Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 mei 2025


Men moet bij dergelijke vraagstukken bovendien steeds rekening houden met de mogelijkheid eener gemeenschappelijke bron. Ook hier blijkt de noodzakelijkheid daarvan. Het beeld van Gods natuur dat der menschelijke ziel ingedrukt is, noemt ECKHART den Funken der Seele en RUYSBROECK gebruikt, zij het ook in eenigszins andere beteekenis, de uitdrukking vonke der siele.

Goedele als hij, in het Soniën-bosch wonen. Daar stichten zij in een dal dat Groenendaal genoemd werd, voor hen beiden "eene matelycke habitacie", op de plek waar vroeger de kluis van een kluizenaar gestaan had. RUYSBROECK ware wel gaarne met Heer FRANK alleen gebleven; maar deze "begheerde die minne Gods te vermeeren in vele personen." Zoo voegden zich dan eenige leeken en religieusen bij hen.

Toen RUYSBROECK zelf door kracht van geestelijke oefening en bespiegeling erin geslaagd was, zijne ziel te ontledigen van het lagere, haar te maken tot "een levende spieghel" waar het goddelijk licht in scheen, toen kon hij, van het Schouwende Leven getuigend, schrijven: "Ende hier omme heeft ons God ghegheven een leven boven ons ende dat is een godlic leven.

Maar, is HADEWYCH de leeuwrik, de "hemellawerke" opwaarts wiekend op de vleugelen van haar lied en vaak zich verliezend in het blauwe RUYSBROECK is de nachtegaal, immers ook een zanger van "minne", zijn smeltend lied, zijn storm van geluid orgelend in de stilte van het Soniën-bosch.

Voor zijn geschrift Van den Tabernacule heeft RUYSBROECK gebruik gemaakt van de werken der Fransche mystieken HUGO en RICHARD van St. Victor . Heeft RUYSBROECK, onder den invloed van andere mystieken doch vooral van ECKHART, nooit de geloofsgrenzen overschreden, welke de Roomsche Kerk geëerbiedigd wilde zien?

Ende daer toe node hi die meeste princen der werelt, dat waren sine Apostelen...." . Dat is dezelfde geest waaruit vijf eeuwen vroeger het Oud-saksisch heldendicht Hêliand was voortgekomen. Wat ons dan ten slotte in RUYSBROECK het sterkst treft, dat is het ruime van zijne persoonlijkheid en zijn werk.

In de grondbeginselen zijner speculatieve mystiek toont RUYSBROECK nauwe verwantschap met ECKHART, met name in de onderlinge verhouding van God, den Zoon en den H. Geest. Beiden stellen visioenen niet hoog. De terminologie van ECKHART vindt men voor een deel bij RUYSBROECK terug .

Zeker heeft RUYSBROECK de geschriften der kerkvaders wel gekend en er zijn voordeel mede gedaan. De werken van S. BERNARD worden meer dan eens door hem aangehaald en hun invloed vertoont zich o.a. waar RUYSBROECK het Werkende Leven uiteenzet.

Soms zelfs wordt de neiging tot rijmen RUYSBROECK tot last; aan het slot van een berijmd gedeelte van zijn werk immers zegt hij: Nu moet ic rimen laten bliven Sal ic scouwen clare bescriven . In dit aanwenden van parallellisme, tegenstelling en rijmklanken zal RUYSBROECK waarschijnlijk ten deele het voorbeeld hebben gevolgd, hem gegeven door de kerkvaders, wier werken hij kende.

Wel heeft de kok zijne beschuldigingen in een later geschrift herroepen, doch zijne eerste indrukken blijven er even merkwaardig om . Leerling van ECKHART, toonde HEINRICH SUSO, een tijdgenoot van RUYSBROECK, zich vooral in zijn eene hoofdwerk: het Boek der Waarheid, waarin de speculatieve mystiek tot de erkentenis van Gods wezen tracht door te dringen.

Woord Van De Dag

furieuze

Anderen Op Zoek