Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
Hemellawerke, schoon van name en sprake zijt gij, maar uw kleed, 't valt te grauw toch: is 't de reden dat men grijslawerke u heet? Ben ik grauw, het is van zeilen, en van, altijd reisgezind, zoo de grauwgedoekte schepen, heen te varen, vóór den wind. Hemellawerke, grijslawerke, luchtleeuwerke, hemelwaard, weg met u, ja, leeuwerkt helder, op uw' hooge hemelvaart!
5 Daverend schokken, schudden, trillen. Hemellawerke heet gij, wakkere en snelgewiekte strale, die 'k, uit het zaailand opgestegen, lijk nen vierpijl rijzen zie. Striemen lichts ontlaat, en vonken, 't vluchtend vierwerk; en zoo hoort me u ook vluchtend henentieren, als gij deur de wolken boort.
Horkt er niemand, ik zal horken, wilt ge, in 't droevig tranendal, mij vertroosten, hemellawerke; en ziet ons niemand, God ziet 't al! Hij zal zien en hij zal hooren, hij, die vlerke en tale u gaf, en die mij, in stad begraven, wekken eens zal uit dit graf. Dan verrijze ik, luchtleeuwerke; zette ik zeil en vaar getroost naar de hoogten, daar gij schouwend eert den dagraad en den oost.
Maar, is HADEWYCH de leeuwrik, de "hemellawerke" opwaarts wiekend op de vleugelen van haar lied en vaak zich verliezend in het blauwe RUYSBROECK is de nachtegaal, immers ook een zanger van "minne", zijn smeltend lied, zijn storm van geluid orgelend in de stilte van het Soniën-bosch.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek