Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
Ik geloof, hernam Rupert, dat die jongen zeer onzinnig een noodeloos gevaar loopt. Waar toch bemoeit hij zich mede? Zijn er in de massa gelukzoekers en middelmatige avonturiers, die woelen op den bodem van onze maatschappij, dan niet genoeg politiekers te vinden en moet hij het luxusalaam, waarmede hem het toeval bedeeld heeft, aan de behandeling besteden van een laf en dierlijk volk?
Het was een boschwachter, Godfrey genaamd, op het buiten van luitenant-kolonel Rupert Hick, bij Maidstone, die het eerste dezer monsters ontmoette en het geluk had het te dooden.
Den Oceaan hoopt men te bereiken in 1911, en wel bij de Chathamsont, twintig kilometer ten noorden van Skeena. Hier heeft nu de regeering van Britsch Columbië reeds alles voorbereid voor de stichting van een havenstad, die den naam van Prince Rupert zal dragen. Het stedelijk gebied omvat 1080 hectaren, maar vooreerst zullen slechts 90 hectaren voor bebouwing worden opengesteld.
Gelijk een bange wind die zoude aanloeien, steeg nu een vreemde waaiing van lange menschenkreten. Ik wil u niets weigeren, juffrouw, sprak Rupert Sörge, terwijl hij in wijde tafelronde iedereens oogen voelde staren op hem; maar moet ik niet vreezen dat het leelijk uitzicht van mijn verhaal de keurigheid van uw gevoel moet storen? Het was inderdaad een afgrijselijk schouwspel.
Ruim twee jaren vóor den dood van mevrouw Chanteraine had zich een jonge Hongaar, zoon van een der rijkste aristokraten van Praag, op de Louizalaan gevestigd. Hij bewoonde er een groot huis, dat hij dadelijk met eene wonderlijke weelde liet opschikken, en hij sleet er een tamelijk los leven. Hij heette Rupert Sörge.
Rupert Sörge, die wel een lichtmis kon zijn, al was hij het niet, werd als een lichtmis aangezien, en, in die hoedanigheid, kon hij van veel beleefde lasten verschoond blijven, welke hij anderszins had moeten dragen wat hij niet kon of moeten weigeren, wat dan zooveel als een schandaal zoude wekken.
Hij hield Sörge voor een duivelachtigen kunstenaar wat misschien wel waar was maar hij meende dat hij niet loog wanneer hij hem, in de aanwezigheid van Vere of Peter, een "übermensch" noemde. Hij drukte, met gewilde lichtheid, de hand van Sörge en antwoordde: Ik geloof niet dat ik somber ben, Rupert.
Nu voelde hij dat hij op een keerpunt stond en dat sterkere machten in hem waren opgerezen. Nu zou hij voller leven, als hij zelfstandig wilde zijn. Hij benijdde de rijpheid van Rupert Sörge. Hij benijdde hem in al zijn doen, in al de ingewikkelde werking van zijn denken, in zijn wezen naar kleur en vorm en geluiden. Hij benijdde de rustelooze liefde van Milly d'Orval.
Zij had, als in een korte vlaag van prinselijke toegeeflijkheid, vluggelings met hare zijige vingers zijne hand geraakt, en het docht hem dat ze, van zeer hoog op hem had neergekeken. Milly was, buiten het bereik van Rupert, blijkbaar tot een gemeene kokette vergroeid.
Rupert ging insgelijks op het roode poefje zitten gelijk te voren. Hij vingerde een sigaretje uit den open koker, stak het aan, blies ruchtig den damp wijd uit. Hij leunde nadien met zijne ellebogen op zijne knieën, schijnbaar in gepeinzen verzonken. Er was zoo binnenshuis geen lawaai. Een zacht geruisch wandelde buiten, waar men, in den grooten tuin, de avondwindjes voelde ommegaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek