Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juli 2025


"Nadat uw kind verscheidene jaren door mij was bewaard," hervatte Barbara: "kwam op zekeren avond een man in mijne woning, dien ik weldra voor dien geneesmeester Rosio herkende.

Waar toeft gij, Rosio?" ging zij, strak voor zich uitziende, voort: "Waarom aarzelt gij: Dien toe; uw middel werkt langzaam maar zeker. Zie, hij kwijnt, zijn einde is nabij. Hij sterft! Wraak Van Bergen! Wraak over u! Mijn zoon zal leven! Mijn zoon, mijn Walter. Ja, Walter, ik ben uwe moeder. O God! gij gelooft het niet. Gij verstoot mij omdat gij een bastaard zijt, gij werpt mij van u af?

Rosio, die het schilderstuk, dat een madonna met het kind voorstelde, nauwkeurig beschouwde, meende echter voor zichzelven die trekken te herkennen, en antwoordde op de ontboezeming des jonkmans: "Voorzeker moet ik bekennen dat het wezen der Heilige Maagd zeer schoon en bevallig mag genoemd worden, doch bovenaardsch is het niet, ik, ten minste, meen mij deze trekken zeer duidelijk te herinneren."

Zij is het kind van uw gade zij is uw eigen dochter. Jezus! Maria! weest ons genadig! Wij hadden het u, evenals uw zoon ontstolen, en het stoffelijk overschot uwer zalige gemalin, wier spoedig uiteinde door Rosio was bewerkt, is slechts alleen naar het graf gedragen." Het zou voorzeker een wanhopige poging zijn om de diep ontroerde gemoederen op de onstuimige baren hunner aandoeningen te volgen.

"Wij kennen elkander!" sprak Rosio, die zeer wel begreep, dat Van Rodenberg den draak met hem stak: "Maar bij het heil mijner ziel!" vervolgde hij: "hetgeen gij zegt is waar: slechts weinige oude boeken en geschriften, behalve hetgeen mij toebehoorde, heb ik uit den hevigen brand kunnen redden. Gij weet het immers, jonker, dat de Blankert een prooi der vlammen is geworden?"

Terwijl de gravin deze laatste woorden sprak, kwam Rosio terug, gevolgd door een bediende, die eenige ververschingen benevens wijn en bekers op de tafel plaatste. "Nu Mechteld dood is," ving de rentmeester aan, "kan men ternauwernood de meest benoodigde zaken vinden. Aafke is vroom en goed, maar als alle vrouwen Maria's waren, dan zouden wij mannen, wel Martha's moeten worden.

In haastige drift gaarde zij terstond de verspreide bloemen bijeen, wierp die in den spijskorf, en was juist daarmede gereed, toen Rosio zich aan den ingang vertoonde. "Geloof vrij, Adel!" zeide het meisje nu luide: "dat ik u ditmaal voor het laatst tot het gebruiken der spijzen heb aangemaand. Ik doe het niet meer, en dan kunt gij ondervinden wat het zegt den hongerdood te sterven!"

Gij weet niet," ging hij langzaam voort, terwijl hij met zijne vingers op de tafel trommelde en Rosio met halfgeslotene oogen doordringend aanzag: "Gij weet niet wie de eenige erfgenaam mijner lieve moeder is?" "Uwer moeder?" riep Rosio in de grootste verwarring: "Wie de gravin? wie heeft u gezegd....?"

De jonge vreemdeling want ouder dan hoogstens acht en twintig jaren was hij niet had intusschen de spijzen naar zich toegetrokken, en was bezig ze met eene hoogst natuurlijke graagte te nuttigen. De man, die hem even te voren om een dronk gevraagd had, sloeg hem met een wangunstig oog gade, en beiden beantwoordden slechts vluchtig den groet, dien Rosio hun bij het binnentreden had toegeworpen.

"Mensch! wat wilt gij van mij?" riep Adelgonde met bevende stem, terwijl haar het angstzweet op het voorhoofd parelde: "Wie geeft u het recht mijn slaapvertrek binnen te treden!? Verwijder u van hier, zoo gij het wél met mij meent." "Het schijnt mij toe, dat ik u slechts afkeer kan inboezemen," hernam de vreemdeling, die niemand anders dan Rosio was: "Is mijn gelaat dan zoo afschuwelijk?

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek