Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


Zegen van Uller en aller goden goede gunst voor wie wegneemt de vlammende vuren. Neemt weg mij dien ketel, dat uitzicht weer hebben op aarde de Asen." Maar Roodspeer wilde niet dat de vuren weggenomen werden. Toen verhaalde Vermomde de wonderen van den wereldboom, die groeit door alle tijden: "Schrikesch lijdt meer schade dan de menschen weten. Hol wordt het hout.

Maar voor Roodspeer blijft Wodan Vermomde. Al meer openbaart Vermomde de geheimen van Godenland, zijn eigen land, beschrijft de burchten van de Asen, die hem allen bekend zijn, doch Roodspeer herkent den Oppergod niet.

Wodan en Frigga zaten op den hoogzetel in Asengaarde en zagen over alle werelden heen. Toen sprak Wodan: "Ziet gij hoe Agnar, uw pleegkind, met een reuzenvrouw in het hol kinderen verwekt? Roodspeer echter, mijn pleegkind, is koning in zijn land." Hem antwoordde Frigga: "Maar een boosaard is hij, die zijn gasten plaagt, omdat hij bang is, dat er te veel zullen komen."

Acht nachten al toef ik tusschen die vuren, en niemand, die mij drinken gaf als Agnar alleen. Agnar zal koning zijn in de landen van Roodspeer." Toen verhaalde Vermomde de wonderen van het worden der wereld vóór allen tijd: "Uit het vleesch van Ruischreus werd de aarde geschapen, de zee uit zijn zweet, uit zijn beenderen de bergen, uit zijn haren de boomen, uit zijn tanden het gesteente.

Wodan echter zeide, dat dit een groote leugen was, en zij gingen beiden een weddenschap aan. Toen zond Frigga haar dienares Fulla, die haar overvloed van sieraden verzorgde, naar Roodspeer om hem den raad te geven heel voorzichtig te zijn met een tooverkundig man, die in zijn land was gekomen.

Waar ik echter Wodan niet b.v. de Waaiende noemde, en Freyer niet Heer, heb ik Vafthrudnir, Svipdagr, Geirrodh, enz. die al te onbekend of al te noorsch zouden klinken en onbegrijpelijk zouden zijn, Stormsterk, Dagdrager, Roodspeer, enz. genoemd.

Hoog heet ik, Evenhoog, Derde en Donderaar, Watergeest, Wakker en Bries. Sleeper was ik toen ik sleden sleepte, Sluwe in 't geding, Speerespits voor tegenpartij, Vermomde was ik bij Roodspeer. Nu ben ik Wodan geworden." Koning Roodspeer zat, en hield het zwaard halfuitgetrokken op zijn knieën. Toen hij nu hoorde, dat Wodan er was, stond hij op en wilde de vuren van hem wegnemen.

Maar Roodspeer nam hem gevangen en plaatste hem tusschen wolken, die van bliksemvuur doortrokken waren. Tevergeefs smeekte Vermomde, dat de vuren van hem weggenomen mochten worden: Roodspeer wil het niet. Meer en meer openbaart Vermomde zich in zijn beleeringen, zooals de zon achter de donderwolken zich tracht door te breken tot een nieuw uitzicht op aarde.

Zelfs de bekentenis van Vermomde, dat de Walhalla-meisjes ook hèm den beker bieden, gaat Roodspeers hoofd voorbij. Dan noemt Vermomde zijn namen: het zijn de namen van Wodan, doch slechts zijn woorden: "Vermomde was ik bij Roodspeer, nu ben ik Wodan geworden" slaan Roodspeer den schrik in het hart. Roodspeer staat op om Wodan van de vuren te bevrijden, maar het is te laat.

Toen ging Wodan heen en Agnar werd koning in de landen van Roodspeer voor zeer langen tijd. Hymirs Ketel Toen de goden aan den maaltijd wilden gaan, bemerkten zij, dat de groote ketel van Egir, hun gastheer, weg was, en er dus geen drank kon worden bereid. De anders zoo vroolijke rotsbewoner was nu met droefheid, als met een nevel, omsluierd.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek