Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
'Zóó moet het zijn, dacht hij, 'zoo hoog, zoo licht, zoo stil. Daar kwam Robinetta. Het roodborstje was niet bij haar. 'Het is goed, Johannes, riep ze luid; 'je mag komen en het boek zien. 'Waar is het roodborstje? vroeg Johannes twijfelend. 'Dat is niet meegekomen, we gaan toch immers niet wandelen.
Zij spraken niet veel, doch keken elkaar dikwijls van ter zijde aan. Zij waren beiden verbaasd over hun ontmoeting en half onzeker, wat zij van elkaar denken moesten. Doch spoedig moest Robinetta terug, het speet haar. 'Nu moet ik weg, Johannes! Maar wil je nog eens wandelen met me? Ik vind je een aardig jongetje, zeide zij bij 't heengaan.
Pas op, als je ooit weer tot haar spreekt! 'Neen! laat me bij haar! Ik wil niet van haar weg. Robinetta! schreide Johannes. Doch zij zat angstig in een hoek en keek niet op. 'Voort, bengel! hoor je niet? Pas op, als je 't hart hebt weer te komen! En de pijnlijke greep leidde hem door de klinkende gang, de glazen deur rammelde, en Johannes stond buiten, onder de donkere, laag drijvende wolken.
Doch hij was niet begeerig het te weten en om zich heen te zien. Hij wilde weer terug in den droom, die als een trage nevel langzaam wegtrok, daarin was Robinetta weder naar hem toegekomen en had hem over het haar gestreken, zooals vroeger, daarin had hij zijn vader weer gezien en Presto, in den tuin met den vijver. 'Au! dat was pijn. Wie deed dat?
Johannes had een vreemd, duizelig gevoel, als hij met haar liep, hij dacht zich somtijds weer zoo licht dat hij door de lucht zou kunnen vliegen. Doch dat gebeurde nooit. Hij vertelde de geschiedenissen, die hij van de bloemen en dieren wist door Windekind. Doch hij vergat hoe hij ze geleerd had, en Windekind bestond niet meer voor hem, alleen Robinetta.
Ik zou daar verdrinken. Maar het is niet noodig. Ik ben liever hier, bij de seringen en bij u. Robinetta schudde verwonderd het blonde hoofdje en streek Johannes over het haar. Toen keek ze naar haar roodborstje, dat aan den rand van den vijver allerlei lekkernijen scheen te vinden. Hij keek even op en bleef beiden een oogenblik met zijn heldere oogjes aanzien.
Vraag er roodborstje naar; ik zal u helpen als ik kan. 'Ik kan er altijd naar vragen, zeide Johannes. Wistik knikte en klom vlug naar beneden. Nog lang keek Johannes naar de donkere schaduwen en de glanzende klimopbladeren voor hij naar bed ging. Den volgenden dag vroeg hij het roodborstje of het den weg wist naar het gouden kistje. Robinetta hoorde verwonderd.
Op eenmaal wendde zij het hoofd om en zag Johannes. 'Dag jongetje! zeide zij en knikte vriendelijk. Weer tintelde het Johannes van het hoofd tot de voeten. Dat waren Windekind's oogen, dat was Windekind's stem. 'Wie zijt ge? vroeg hij. Zijn lippen beefden van aandoening. 'Ik ben Robinetta! en dit is mijn vogel. Hij zal niet schuw voor je zijn. Hou je van vogels?
De seringengeur daalde uit de heesters op hen neer en het gegons der vliegen over het watervlak en de stille zonnestralen doordrongen hen met zoete bedwelming. Totdat een bel op het huis met piependen zwaai begon te luiden, en Robinetta haastig wegvloog.
'Hoor eens, jongen, ik weet niet of je niet wijs bent of diep bedorven, maar die goddeloosheid duld ik hier niet. Ga heen en kom niet meer onder mijn oogen, zeg ik. Ik zal navraag naar je doen, maar in deze buurt zet je geen voet meer. Verstaan? Aller blikken waren koud en vijandig evenals dien nacht. Johannes zag angstig rond. 'Robinetta! Waar is Robinetta! 'Jawel, mijn kind bederven!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek