United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Pencroff en Gideon Spilett sprongen op en de zwijnen maakten van die beweging gebruik om te ontvluchten, juist op het oogenblik dat de zeeman touwen gereed maakte om hen te binden. "Dat is de stem van Harbert!" zeide de reporter. "Spoedig naar hem toe," riep Pencroff.

"Zeker," antwoordde de reporter, "en niets is gemakkelijker dan om in de hut, die kapitein Grant en Ayrton bewoond hebben, een bericht te plaatsen, waar de ligging van ons eiland op aangegeven is, een bericht dat lord Glenarvan of een zijner mannen terstond vinden moeten."

De matroos had slechts de laatste woorden door den reporter gesproken, gehoord. "Neen Pencroff," antwoordde Cyrus Smith, "neen! Hij is niet dood. Zijn pols slaat nog! Wij hooren hem zelfs zacht kreunen. Maar, in het belang van uw kind, bedaar wat. Wij hebben thans al onze koelbloedigheid noodig. Laat ons die niet verliezen, mijn vriend."

"Dat is moeilijk te bepalen," antwoordde de reporter, "want men kan zijn gelaatstrekken niet zien onder den zwaren baard, die zijn gezicht bedekt, maar hij is niet jong meer, en ik veronderstel, dat hij minstens vijftig jaar moet zijn." "Hebt gij wel opgemerkt, mijnheer Spilett, hoe diep zijn oogen in hunne kassen verborgen zijn?" vroeg Harbert.

Het was de kostbare quinine, het geneesmiddel der koorts bij uitnemendheid. Men moest zonder dralen dit poeder aan Harbert ingeven. Men kon later bespreken hoe het er gekomen kon zijn. "Koffie!" vroeg Gideon Spilett. Nab bediende hem zoo snel mogelijk; de reporter wierp ongeveer 10 gram van de quinine in de koffie, die hij vervolgens aan Harbert liet drinken.

"De ziel sterft niet," zeide de reporter, "en het zou voor ons een groote voldoening zijn dit schepsel van God aan de verdierlijking te ontrukken!" Pencroff schudde ongeloovig het hoofd. "Men moet het in ieder geval beproeven," antwoordde de reporter, "en de liefde voor onze naasten gebiedt het ons." Het was inderdaad hun plicht als beschaafde christenen.

Gedurende dien nacht hadden Cyrus Smith en Gideon Spilett geen gelegenheid eenige woorden met elkaar te wisselen, en toch waren de woorden, die den ingenieur de reporter influisterde, van genoegzaam belang om nogmaals den geheimzinnigen invloed, die het eiland Lincoln scheen te beheerschen, te bespreken.

"Hebt gij eenig plan gemaakt, Cyrus?" vroeg de reporter. "Wij moeten, terwijl wij nog tijd daartoe hebben, ons in het Rotshuis bergen." Zij moesten geen oogenblik verloren laten gaan; want de Speedy was nog slechts op korten afstand en de kogels vlogen in alle richtingen.

De reporter en Harbert namen een goeden voorraad van deze kostbare plant mede en keerden naar het Rotshuis terug, waar zij hem zoo voorzichtig binnen smokkelden, alsof Pencroff de strengste douaan geweest ware.

"Wat herkent gij?" vroeg de reporter. "De vogel, die ons de eerste maal ontsnapt is, en naar wien wij dit gedeelte van het bosch genoemd hebben." "De amerikaansche boomkruiper," zeide Harbert. Het was inderdaad een boomkruiper met zijn lange veeren, waarover een metaalkleurige glans ligt verspreidt.