Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 mei 2025


"Zóó, zonder wapens, zal ik komen en u overwinnen," was John Starhurst 's antwoord, en na zijn bril afgeveegd en recht gezet te hebben, kwam hij naar voren. De Boeli hief zijn knots omhoog, en wachtte. "In de eerste plaats, mijn dood zal u geen enkel voordeel brengen," begon het betoog. "Ik laat het antwoord aan mijn knots", was de repliek van den Boeli.

Er was niets, dat zij oom Frans niet durfde zeggen, doch als zij over Peter Dam beginnen wilde, kon zij de woorden niet uit haar keel krijgen. Doch des te meer dacht zij aan hem. Achter iedere repliek vond zij hem weer; ieder levenloos meubelstuk van de woning, die zij met zooveel ijver gereed maakte, sprak haar van hem. Maar over hem praten deed zij zoo goed als nooit.

En er waren oogenblikken dat zijn spel haar zóó betooverde, dat hij zijn vroegere macht over haar geheel terugwon. Bij de eerste opvoering zat zij dicht bij het tooneel en volgde hem, van het oogenblik af dat hij binnenkwam, ingespannen met haar oogen. Er was ook voor haar iets betooverends in den storm van toejuiching, die na zijn eerste groote repliek losbrak.

Voor slot dan schijnt het verschil tusschen socialistisch en burgerlijk "kunstenaar" voor den zelden ingelichten lezer voldoende te dezer plaatse te zijn toegelicht een repliek aan den heer Van Deijssel, waarin men tevens zìjn beantwoording van het stuk van daareven vindt opgenomen.

Zoo fel waren die op hem gebeten, dat het brieven en beschuldigingen regende en dat Roederer aan Joséphine zelfs dorst toevoegen, dat zoolang zij haar minister van Politie behield, niemand zijn leven meer zeker was en dat allen gevaar liepen binnen een paar maanden te worden vermoord. Wel diende Joséphine, onvoorzichtig genoeg, hem ter dege van repliek, doch het woord was gesproken.

Maar neef's repliek was zoo levendig, en de verdediging van het ~schepsel~ zoo warm, dat freule Alida er niet weinig van ontzet was, en begreep, beter te doen ~hier~ verdere opmerkingen te sparen, om ze later op eene plaats ter markt te brengen, waar zij geen effect zouden missen; eene manoeuvre, die als men later zien zal goed beraamd was, en niet zonder gevolgen bleef.

Als nu de Companie beveelt dat dat anders moet worden, wordt het daarom anders? De Companie kan wel bevelen dat wij inlanders allen een blanke huid moeten hebben voortaan. Maar wij blijven bruin! Laat de Companie maar zeggen dat wij voortaan vrij zullen zijn! Wij blijven slaven." Een enkele heeft de openhartigheid het ronduit te zeggen. En dan valt den "bevrijder" de repliek moeilijk.

Die repliek, gedateerd Juni 1898, dus steeds vóór het verschijnen van het boek, detailleert nader het streven van den auteur van Diamantstad. De hoofdlijn dier repliek, is onze zienswijze van heden onveranderd. WelEdelgeb. Heer!

Evenwel dit is droom en ik had mij voorgesteld koel, feit na feit ontledend, met U te redeneeren. En zoo meen ik nu in dit wederantwoord wel te doen U op den voet te volgen, wat gij mij wel gemakkelijk maakt door uw repliek zóó volkomen sober te geven, dat gij zelfs verzuimt mijne vragen te beantwoorden.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek