Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 september 2025


La Marche, II p. 173, I p. 285; Oeuvres du roi René, I p. lxxv. Oeuvres du roi René, I p. lxxxvi, II p. 57. N. Jorga, Phil. de Mézières. p. 348. Chastellain, II p. 7, IV p. 233 cf. 269, VI p. 154. La Marche, I p. 109. Statuten der orde, bij Luc d'Achéry, Spicilegium, III p. 730. Chastellain. II p. 10. Chronique scandaleuse, I p. 236. Le songe de la thoison d'or, bij Doutrepont, p. 154. Fillastre.

Het is de zomer niet meer, het is de winter nog niet, het zijn de eerste dagen van den slapenden en weemoedigen herfst. Léon Duval is vertrokken. René en zijne zuster hebben hem in hun rijtuig tot aan het station vergezeld en keeren nu alleen naar hunne woning terug. Beiden zitten stilzwijgend.

De oude koning René ontdekte op de jacht in de buurt van Angers een kluizenaar: een priester, die zijn prebende had opgegeven en van zwart brood en veldvruchten leefde. De koning was getroffen door zijn strenge deugd, en liet voor hem een kluis en een kapelletje bouwen.

Het meisje bloosde glimlachend als bij het aanhooren van iets dat haar zeer aangenaam zijn moest; de jonge man hield angstig zijn oog op haar gevestigd, als iemand die een antwoord afwacht dat over zijne toekomst gaat beslissen. O! was het eene begoocheling? In dit oogenblik werd René als door eene tooverroede gansch het verledene vóór de oogen gebracht.

René zat gansch alleen in zijne kamer. Er komen uren, waarop men naar eenzaamheid verlangt. Het was een dier kalme en heerlijke Septemberavonden, in welke ons de zomer nog eens zijnen luister laat bewonderen, waarvan wij het verlies weldra zullen betreuren. Het avonduur heeft ook in zich iets poëtisch en treurigs, dat spreekt tot het gevoel van hem die er de schoonheid van verstaat.

Naast de bladzijden van Alain Chartier, die hierboven werden aangehaald, om het effekt van de uitwerking der détails in het algemeen te laten zien, kan men bij voorbeeld leggen het gedicht Regnault et Jehanneton, waarin de koninklijke herder René zijn liefde voor Jeanne de Laval verkleedt.

Eene koude huivering doorrilde hare ledematen. Helaas! zij wist het ook: zij had gedroomd! Tien jaren zijn verloopen. Het huis, de tuin, de fabriek, geheel de levenswijze van René en zijne zuster zijn niet veranderd. Alleen is zijn haar nu gansch wit geworden; alleen is hare slanke gestalte vermagerd, haar liefelijk gelaat verbleekt.

Hij was ook reeds een man geworden toen zij nog een kind was. Oom was intusschen gestorven. Eens had Laurence vernomen dat René ging trouwen. Dit had Mama haar klagend gezegd, want zij en Papa waren er hevig tegen, omdat het meisje zoo tenger van gezondheid was, en de tering, zei men, reeds twee harer zusters weggenomen had. Dit huwelijk echter was nimmer aangegaan.

Kervyn. XII p. 2, 23; vgl. ook Deschamps, III p. 42. Froissart ed. Kervyn, XI p. 89. P. Durrieu, Les très-riches heures de Jean de France duc de Berry, 1904, pl. 38. Oeuvres du roi René, ed. de Quatrebarbes, II p. 105. Deschamps, I nos. 61, 144; III nos. 454, 483, 524; IV nos. 617, 636. Durrieu. l.c. pl. 3, 9, 12. Deschamps, VI p. 191, no. 1204. Froissart, ed.

Er is wel frischheid in en een blij geluid, maar denk nu eens aan de kalendervoorstellingen der getijboeken. Koning René geeft om zoo te zeggen al de ingrediënten voor een goede natuurbeschrijving, een palet met kleuren, maar meer niet. Verderop, waar het vallen van den avond beschreven wordt, is de poging om een stemming uit te drukken onmiskenbaar.

Woord Van De Dag

weledl

Anderen Op Zoek