Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
«Mot ik morgen weêrom komme, menheer?" vroeg hij, uit zijn nat gezicht nog lachend. «Nee." «Overmorgen?" «Nee." «Niet? Dan zal u me wel weêr kommen halen." Hij draafde weg, met het geld rammelend. In de verte van het pad hoorde ik hem nog aangaan tegen de kinderen met zijn luidruchtige jongensstem; maar in huis was het opnieuw stil.
En toch, de straat is lang en nauw en drok, de huizen zijn hoog en smal, en in een aantal derzelve wordt een koek- of broodbakkersaffaire uitgeoefend; eene menigte niet al te zindelijk gekleede kinderen beweegt zich op de stoepen, en vele moeders, die Mietje of Jantje of Klaasje roepen, stellen hare longen op eene zware proef, daar bijna altijd overrijwagens, met rammelend ijzer beladen, over de ongelijke keisteenen voortrollen.
Aan 't rammelend rad vliegt de korf op en nêer; De zwoegende pomp gaat het water te keer; De moker rinkinkt, en de koker verwijdt: Voorbij zijn lagen van zandgruis en krijt: Nu glinstert... de steenkool!... De mijngroef ontsluit, En breidt tot spelonken en gangen zich uit, Tot straten en pleinen, door balken geschraagd, Waar 't lampjen de schaduw verlicht, niet verjaagt!
Elk oogenblik zag men een groot geel en zwart geschilderd rijtuig, met rammelend voorspan, zwaar beladen, wanstaltig door de vele koffers, balen en valiezen, vol hoofden, die dra verdwenen, den straatweg tot gruis, als dol de keien tot steentjes rijden en zich door het gedrang een weg banen, daarbij vonken als uit een smidse slaande en stofwolken opjagende. Dat gewoel vermaakte de meisjes.
Die duizenden en duizenden steenen, welke rammelend tegen elkander het doffe en eentonige geluid verwekten, spoedden zich allen in ééne richting. Zij deden denken aan den tijd, waarin elke voorbij snellende minuut onherroepelijk in de eeuwigheid verzinkt!
Tot plotseling zij zagen uit de klaardere lucht, waar zij, sedert hunne betoovering hadden zien zweven verlerlei welluidende snaarinstrumenten, dalen halsbergen en maliëncotten, helmen en zwaarden, speren en schilden en zoo vele stukken van ridderlijke rusting verduisterden wederom den dag en de ridders, roepende van wonder, hieven er de handen heen en vingen op hier een zwaard, daar een helm, maar te gelijker tijd moesten zij zich hoeden en weren want de stukken vielen met een dichten regen den hemel uit, botsten rammelend op elkaâr, deden lichten donder rommelen door het geluchte, vol van metaalschel geluid.
Thans vielen de ankers rammelend op het dek neer; de wind vulde het uitgespreide zeil, en uit het ruim der triëre steeg het eentonig keleusma of roeierslied, waarbij de triëraules met de fluit maat en toon aangaf . Bartja en Sappho stonden op den achtersteven van het vaartuig, naast het houten beeld van Hygieia, zijn beschermgodin, en tuurden zoo lang in de richting van Naucratis, tot de oevers van den Nijl voor hun starenden blik niet meer te onderkennen waren, en de blauwe golven der Helleensche zee de boorden van de triëre met haar schuim bespatten.
Het nevelige manelicht bescheen verdrietig die verwoesting en hier en daar, langsheen den weg of in het veld stonden de huisjes en de boerderijen als dood in hun sombere, eenzame verlatenheid. Traag-sjokkend reed het rammelend rijtuig over de ongelijke keien. De generaal en de twee dames spraken een heele poos geen woord. Zij huiverden in de kille nachtlucht en trokken mantels dicht en kragen op.
O ja, tot de tegenvoeters toe. God weet hoeveel rammelend gebeente zich daar in zwygende eenzaamheid lag aantekyken! Misschien ook dwaalden er nog levende slachtoffers van inkwizitie en verliefde bisschoppen in die gewelven rond. Wie weet of niet juist op dit oogenblik de schoone Isabella haren voorlaatsten adem uitblaast. Daar knerste iets... Wouter hield den adem in.
Toen de morgen aangebroken was, de tenten op de schepen waren neergehaald, en alle helden ontwaakt waren, werden de zeilen aan de knarsende katrollen geheschen. Men roeide de schepen buiten de haven met zulk een kracht, dat de randen der schilden rammelend tegen elkander stieten, en op de open zee gekomen, zeilde de geheele vloot als een vlucht vlugge vogels weg van het land.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek