Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Het is een geschenk van Mher Rambold Tancmar, heeft hij gezegd, vruchten van een nieuwen grond, waarvan het gezicht u zal verblijden." "Van Rambold Tancmar!" riepen allen verbaasd. "Wat mag het zijn?" "Wij gaan het weten", morde Burchard, naar de deur stappende.
Nu laatst, na vele andere uitdagingen, hadden zij mijnen grond met paalwerk omsloten en mijne gezellen mishandeld. Ik heb het paalwerk omverre geworpen en een twintigtal gewapende mannen op den grond gezet, om hem te bewaken. Rambold Tancmar heeft eenige dagen zich stilgehouden, alsof hij van alle verdere aanspraak op mijn eigendom hadde afgezien.
"Weze God ons barmhartig, Robrecht, anders is deze gruweldaad de slavernij voor de Kerels en de marteldood voor uwe ooms!" "En waar is nu Burchard?" vroeg Robrecht. "Men heeft mij daareven geboodschapt dat hij met zijne woeste Houtkerels naar Straten is geloopen om Rambold Tancmar te gaan verrassen. Eilaas, hij heeft in de stad de beide zonen van den hofraadsheer vermoord!
Wel was deze wraak bloedig geweest, maar wreeder toch niet dan de onmenschelijke moord door Rambold op den kleinen Eric en op de Kerels van Bethferkerke gepleegd. Burchard zeide, spottende, dat hij naar Yperen ging om zijne ooms deze bevrediging te geven; maar dat hij het deed met de vaste overtuiging dat de ridders hem zouden veroordeelen.
Toen de gevluchte Rambold Van Straten te Atrecht kwam, en met groot misbaar den graaf de verwoesting van zijnen burcht en den wreeden moord zijner zuster en zijner dienaars klaagde, ontvlamde de vorst in eenen onuitsprekelijken toorn.
"Niemand! niemand!" kreten de gezellen. "Rambold Tancmar bovenal mag ons niet ontsnappen", bevestigde Burchard. "Indien hij eenen zoon had! Maar hij heeft geene kinderen. Vooruit nu, gezellen! vooruit naar den burcht te Straten. Het is bijna twee uren van hier. Wij zullen niet te haastig gaan, om onze krachten tot den storm te sparen."
Na onzen dood zal de Heer des hemels misschien verzoend worden en zijne wrekende hand oplichten van Kerlingaland." "Kerlingaland heeft zijne vrijheid beslissend verloren en zal nimmer opstaan uit de dienstbaarheid!" morde Rambold Tancmar, met eenen zegevierenden spotlach.
Nog werden de trompen aangeheven en eenige afkondigingen gedaan, waarna de maarschalk, woordvoerder des vorsten, Rambold Tancmar als aanklager opriep en hem vroeg waarover hij recht eischte. Rambold verhaalde met berekende bedaardheid en geveinsde droefheid wat er te Straten was geschied.
"Gij zult gaan zien hoe mijne Houtkerels den overste gehoorzamen, die in naam van graaf Willem over hen gebied. Hier is de jachthoorn van den valschen Rambold Tancmaar; zij kennen dien klank." En dit zeggende, stapte hij, door de anderen gevolgd, uit de proostdij en deed op het plein eenige schelle tonen hergalmen.
Terwijl ik naar Rodenburg was gegaan, om mijnen vader te bezoeken, is Rambold Tancmar met vele werklieden te Bethferkerke verschenen en heeft begonnen den grond die mij ten onrechte wordt betwist, met paalwerk te omsluiten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek