Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Hij verzamelde ze welhaast en zeide hun, dat hij onmiddellijk met hen naar Straten wilde gaan, om daar Rambold Tancmar te verrassen in den burcht, die nu reeds gedeeltelijk weder was opgebouwd. Van daar zou men naar Snelleghem loopen, met de hoop er Gervaas Van Praet, des graven kamerheer, te vinden. Men zou de burchten der ridders onderwege bezoeken en wapens verzamelen.
"Nu begrijp ik", zeide de kastelein, "waarom Rambold, Tancmars neef, zoo vol vertrouwen overal verzekerde dat Robrechts huwelijk met jonkver Van Woumen niet zou voltrokken worden. Hij wist het dus op voorhand!" "Daarin misgrijpt zich mijn oom, de kastelein", zeide de jonge ridder.
Het verhaalde, tot in de minste bijzonderheden al de feiten die zoowel door Rambold Tancmar als door Burchard Knap waren gepleegd geworden, zonder dat men uit deze bloote beschrijving der voorvallen kon opmaken wat het besluit van het vonnis kon zijn.
Terwijl de meeste Erembalds den glimlach op de lippen hadden en luidop spraken, fluisterden de Tancmars in stilte. De eersten, door de welsprekendheid van Bertulfs pleitrede aangemoedigd, twijfelden niet aan den goeden uitslag hunner zaak; de vrienden van Rambold vreesden integendeel dat hij, als stichter en als eerste oorzaak van het kwaad, zou worden veroordeeld.
Burchard Knap was schuldig verklaard en veroordeeld; Rambold Tancmar kwam er niet alleen gansch ongestraft van af, maar hem werd nog daarenboven schadevergoeding toegekend! Wel liet Burchard een versmacht gegrom hooren als van eenen getergden leeuw, maar hij hield het hoofd gebogen en roerde zich niet, terwijl de schrijver dus voortlas.
Bertulf en Hacket, zijne ooms, spanden alle moeite in om hem tot bedaren te brengen; doch de stem van Rambold, die hij zoolang had moeten hooren, was alleen toereikend geweest om zijn geduld te vernietigen en hem in woede te doen ontvlammen. Nu werd hij zelf opgeroepen en de maarschalk vroeg wat hij tegen Rambolds aantijgingen in te brengen had.
"Wat zal het nu weder zijn?" mompelde de proost met kommer. "Gij weet het niet", ging Burchard voort. "Sedert het laatste bezoek van den graaf te Brugge, is Rambold Tancmar met zijnen vader den burcht te Straten komen bewonen. Daar stak iets achter dat zich welhaast zou openbaren. Men moest mij honen en mij tergen.
Burchard, die slechts een doel voor oogen had, namelijk zijne wraak op Rambold Tancmar te koelen, deed drie of vier toortsen ontsteken, en liep op en af de verdiepen van den burcht, alles doorsnuffelende wat maar eene schuilplaats verschaffen kon. Ook de andere gebouwen onderzocht hij, koortsig, spijtig en met heesch keelgeluid grommend: "Hij alleen zou mij ontsnappen! Onmogelijk.
Rambold Tancmar hield daarop eene tegenrede; de proost van St-Donaas antwoordde hem eene tweede maal; de hofraadsheer poogde nog van tijd tot tijd door eene onderbreking zijnen neef behulpzaam te zijn; ook Burchard riep nog twee- of driemaal dat de Tancmars wetens en willens logen; maar al deze pleitredenen en woordenwisselingen brachten niets nieuws aan den dag, en lieten de zaak zooals zij zich van den beginne had voorgedaan.
Rambold, die door zijnen oom belast was geworden, gedurende zijne tegenwoordigheid in het leger zijne goederen te Straten te bewaren en te verdedigen, had zich verplicht gezien geweld tegen geweld te stellen en Burchards lieden van den bedoelden grond te verjagen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek