Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 mei 2025
Maar hoe dikwijls hij dat wenschte, telkens viel de grot in vale, donkere wolkjes uiteen, zonder dat hij er dichter bij konde komen. Dan werd het koud en vochtig aan den vijver en hij moest weer zijn donker slaapkamertje in het oude huis gaan opzoeken. Hij woonde daar niet geheel alleen; hij had een vader, die hem goed verzorgde, een hond die Presto en een kat die Simon heette.
Alleen Presto zat zoo dicht mogelijk bij hem en keek hem in afwachting aan. 'Zou ik aan 't slaapwandelen geweest zijn? prevelde Johannes zacht. Naast hem was een konijnenhol. Maar zoo waren er zooveel in 't duin. Hij richtte zich op om het goed te bezien. Wat voelde hij daar in de nog vastgesloten hand? Een tinteling liep van de kruin van zijn hoofd tot zijn voeten, toen hij de hand opende.
Het was hem nog zoo vreemd. Hij voelde zich onuitsprekelijk gelukkig maar vreesde zijn geluk te verliezen. Droomde hij? Naast hem op de bank lag Presto kalm te slapen. De warme adem van zijn hondje stelde hem gerust. De muggen krioelden op het watervlak en dansten in de zoele lucht, evenals gewoonlijk. Het was alles zoo klaar en duidelijk om hem heen. Het moest waarheid zijn.
Het snuffelen van Presto, dat was hij iederen morgen zoo gewoon. Maar voor zijn geest hingen nog lichte droombeelden van elfen en maneschijn, als morgennevelen om een duinlandschap. Hij vreesde dat de kille adem van den ochtend die zou verjagen. 'Oogen toehouden, dacht hij, 'anders zie ik de klok en het behangsel weer, als altijd! Maar hij lag vreemd. Hij voelde, dat hij geen deken had.
Daar te drijven, midden in de pracht! Presto was reeds in de boot gesprongen en eer zijn meester het zelf wilde, schoven de riethalmen vaneen en dreven zij beiden weg in de richting van de avondzon. Johannes lag op den voorsteven en staarde in de diepte van de lichtgrot. Vleugels! dacht hij, nu vleugels! en daarheen! De zon was verdwenen. De wolken gloeiden door.
Daar droeg hij het sleuteltje in. 'Als gij het nu weer hebben wilt, dan moet gij mij weer roepen. Dan behoeft gij de roos geen schade te doen. De roos vlocht zijn gedoornde twijgen dicht over den ingang en zwoer plechtig het trouw te bewaken. De kapelletjes waren getuigen. Den volgenden morgen werd Johannes in zijn eigen bedje wakker, bij Presto, de klok en het behangsel.
Doch hij was niet begeerig het te weten en om zich heen te zien. Hij wilde weer terug in den droom, die als een trage nevel langzaam wegtrok, daarin was Robinetta weder naar hem toegekomen en had hem over het haar gestreken, zooals vroeger, daarin had hij zijn vader weer gezien en Presto, in den tuin met den vijver. 'Au! dat was pijn. Wie deed dat?
Hij bad voor zijn vader en voor Presto. Simon had het niet noodig, dacht hij. Hij bad ook heel lang voor zichzelven en het slot was meestal de wensch, dat er toch eens een wonder mocht gebeuren.
Men kon hem aanzien, dat hij volkomen overtuigd was van zijn eigen grootheid en wijsheid. Hij bleef altijd even deftig en voornaam, zelfs als hij zich verwaardigde even met een rollende kurk te spelen, of achter een boom een vergeten haringkop op te knauwen. Bij de dolle uitgelatenheid van Presto kneep hij minachtend de groene oogen toe en dacht: Nu ja! Die honden weten niet beter.
Want het machtige streven van den geest van het Westen, en tevens zijn kracht, het geheim van zijn groote ontwikkeling, ligt opgesloten in twee woorden "più presto": steeds sneller. Ons leven wordt voortgezweept door dit dringende verlangen, door deze pijnigende onverzadelijkheid, door deze machtige obsessie: "Sneller, nog sneller!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek