United States or Dominican Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door de wetenschap zal men het verheven droombeeld der poëten: het maatschappelijk, schoone, verwezenlijken. Men zal het Eden door het A + B herstellen. Op het punt, waartoe de beschaving is gekomen, is het exacte een noodzakelijk element van het schoone, en het kunstenaarsgevoel wordt door het wetenschappelijk orgaan niet alleen gediend, maar volkomen gemaakt; de droom moet rekenen kunnen.

Dan zou ik ongetwijfeld wat meer hebben de occasie van te maken goed geld voor mijn werken. Want, wat denkt gij wel, dat mij rapporteert het meeste, met den tijd, die voortgaat?" De poëten keken elkander aan. "Niet kwaad gegist," hervatte Heynsz: "maar voor dat moet men zijn een Lairosse of een Moucheron. Neen, Mijne Heeren!

"Ik hoop," zeide mijn vader, mij bij de hand nemende, en mij insgelijks, doch met een ernstigen blik, aanziende, "dat de slemppartijen en het nachtbraken nog maar de eenige redenen zijn van uw verbleekte kleur en ontstemde pols. Maar mag ik u vragen, is Helding verhuisd? of zijt gij de nachthuizen nog rondgeloopen met uw poëten?

DIRC POTTER behoorde evenals WILLEM VAN HILDEGAERSBERCH tot de poëten van lager orde. Hij zelf is zich daarvan wel bewust geweest . Doch schoonheid is niet het eenige wat een literair werk van vroegeren tijd belangrijk maakt voor den geschiedschrijver. Naast de schoonheid staat het karakter. Dat POTTER'S werk karakteristiek is als type van de poëzie zijner eeuw, zagen wij reeds vroeger.

Gij hebt gedaan als Rehabeam, gij hebt den raad der ouden versmaad, omdat gij ons gering en als kwajongens acht! Gij luistert naar een hoop poëten en orateurs en juristen, die hunne dingen uit heidensche boeken en wetten halen, maar wij zeggen u: de Heere zegt! Wij hebben de wet en de profeten; pleegt dan met ons raad en volgt onze vermaning.

En wat de poëten ook ten nadeele van het Kristiania dier dagen mogen gezegd hebben, de gezichtskring was er toch ruimer dan in Stavanger. Naar zijn geboorteplaats teruggekeerd, moet de jonge man met het scherpe verstand en den beweeglijken geest zich beëngd gevoeld hebben.

Denkt gij soms, hernam de keizer ongeduldig, uw koninklijk leven als de poëten in mijmering door te brengen? Laat hen hunne perkamenten met inkt bemorsen, in stilte, eenzaamheid en bespiegeling; aan u zoon van het zweerd, behoort het warme bloed, het oog van den arend, de list van den vos, de kracht van een Hercules. Waarom maakt gij het teeken des kruises?

MAERLANT'S Martijn's, zijn Spieghel, zijn Rijmbijbel, zijn roman van Troyen zijn door BOENDALE blijkbaar gelezen; gelezen en bewonderd, want meer dan eens verkondigt hij den lof van "JACOB, die dichter hoghe"; in zijn Lekenspiegel noemt hij hem zelfs "'t hooft van alle Dietsche poëten" . MAERLANT heeft in BOENDALE die liefde tot de waarheid gewekt of versterkt, die hem den moed gaf zich zoo onbeschroomd tegenover de priesters te uiten, die hem ook aan een dichter den eisch deed stellen, "dat hi uter waerheit niet en kere"; doet hij dat, dan is hij den naam van dichter onwaardig .

En als zulk een natuurdrift moet die gehoorzaamd worden, maar als het niet wegens die blinde passie was, zou het verstand werkelik geen plezier vinden in die onbekookte praatjesmaaksters die men vrouwen noemt en die de poëten nog verheerliken!, het is alleen maar hun opschik die ons zand in de ogen strooit, en al de sentimentaliteit waarmede de liefde zich omgeeft, betekent eigelik niets!

Deze man droeg een geheel nieuwe jas, die hem te groot was, en een leelijke gescheurde broek, geheel bemorst en beslijkt. Bossuet lachte luidkeels. "Wie kan de man zijn?" "'t Is een poëet," antwoordde Courfeyrac. "Poëten dragen gaarne pantalons als die van oude joden, en jassen als die van pairs van Frankrijk." "Laat ons zien, waarheen Marius en deze man gaan: volgen wij hen, zullen we?"