Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


De retraite-verordeningen, zooals de pater-hotelier ze uitvoerde, waren zoet om dragen en indien God-de-Vader uit den hemel op Johan in dien tijd heeft neergezien, dan heeft hij moeten vaststellen dat deze boeteling zich gedwee aan al de gestrengheid der orde-geboden heeft kunnen onderwerpen.

Maar hij viel niet omver van verbazing, toen, na de korte vroegmis, de heerlijke pater-hotelier hem voor een frisch-blanke tafeltje deed aanzitten, waar een soliede ontbijt was opgediend. Johan Doxa, moet ge weten, is nooit in zijn leven zoo verbaasd geweest dat hij ervan omver zou vallen.

Onze thee is niet al te best, moet ik zeggen." Daar de pater-hotelier glimlachte, lachte Johan Doxa mee. Hij lachte gedwongen, al peinzende: "dat is een geestige keukenbroeder, die aardige namen aan zijn pompwater geeft." "Ik zal koffie gebruiken, en hesp of zoo...." zei hij gekscheerend.

De pater-hotelier zei: "Vaarwel, lieve vriend. Ik zal steeds u in mijne gebeden herdenken. Van menschen zooals gij, Johan, gewaagde Krist toen hij ergens de Pharizeërs toeriep: "Laat af, gij die schraapzuchtig zorgt voor den dag van morgen!" God, toen hij de Toekomst schiep, schiep ook de Voorzienigheid, en beide blijven in Zijne handen. Ga, Johan, onbekommerd uwen levensgang.

Hij nam afscheid van de Kloosterlingen, waaronder velen hem liefdelijk behandeld hadden. Hij nam met melancholische hartelijkheid afscheid van den ouden pater-hovenier, die hem drie zeldzame begoniabollen ten geschenke gaf. En zijn gemoed kwam nog even vol toen hij in de vestibule afscheid nam van den gulden pater-hotelier, die zijne zware handen op Johan's schouders legde.

Terwijl Johan Doxa bij een hoog raam aan het schilderen zat, kwam de pater-hotelier op geregelde uren met hem een praatje doen. Bij voorbeeld bracht hij hem een bruin-geboterd kipje en zei: "De pater-hovenier is nu met jacynthen bezig. Ik houd in het geheel niet van hem, Johan." "Ik hoop dat ge u vergist." "Ik houd niet van wat hij is, wil ik zeggen. Hij is een vrijheidschender.

Dagelijks moest hij een apart en stichtelijk sermoontje hooren van pater Hilarius, en hij deed het zooals een zieke de siroopdrankjes van den doctor inneemt. Maar zijn groote vrienden waren de kale pater-hovenier en de haar-rijke pater-hotelier. Den pater-hovenier hielp hij de vele tulpen verzorgen in den zymetrieken tuin. Hij reekte en sproeide en weerde het kleine woekerkruid.

Daar zag hij een rosten capucien op de zuil van zijn celletje staan. "Goeden morgen," zei de capucien minzaam, "ik ben de pater-hotelier." Van uit de hoogte waar hij zich geheven had, keek Johan Doxa hem aan, plotseling duizelig wordend.

Ze verstonden malkander goed, ofschoon de oude capucien geen woordje sprak en alles zwijgend te beduiden gaf met bevende gebaren van zijn voorzichtige hand. Te zamen versierden zij met klaterende bloemen de Lente die in den tuin van dag tot dag gulziger aan het leven ging. De pater-hotelier echter zat in het hart van Johan Doxa gelijk op een troon. Hij was ook de majordoom van zijne maag.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek