Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


En in dien vreemden, onreëelen toovergloed zag plotseling Rozeke een man daar staan, aan wien zij niet meer had gedacht en dien zij nooit op deze plaats en op dit uur verwacht zou hebben: Smul, boer Kneuvels' paardenknecht!

Mijn zangerige paardenknecht mocht natuurlijk ook niet ontbreken; hij voerde een groot woord, trachtte mijn bediende goeden raad voor alle mogelijke eventualiteiten te geven en gesticuleerde daarbij met zijn spies zoo heftig, dat hij ontelbare malen zijn hoed, dat kind van vele zorgen, moest naloopen, als hij den berg afrolde.

Doch Rozeke's broeders en ook anderen die Smul kenden, hadden Alfons' uitroep gehoord en staarden boos, dreigementen brommend, naar de sombere gestalte van den paardenknecht tegen den gevel van het herbergje.

Wel had het hem even onaangenaam aangedaan dat juist boer Kneuvels en dus ook zijn paardenknecht Smul de daartoe aangewezen personen waren; doch aan een ander vragen wat Kneuvels om zoo te zeggen van rechtswege toekwam, ware zijn vroegeren meester vijandig behandelen en nutteloos beleedigen, en dit had Alfons niet durven noch willen doen.

Instinctmatig keek zij even met haar heldere oogen naar hem op, terwijl zij haar mouwen aan 't vaststrikken was, en met een korte rilling, als van schrik, sloeg zij die dadelijk weer neer, terwijl een lichte kleur over haar wangen kwam. Alfons merkte het en zijn wenkbrauwen trokken zich samen. Boos-wantrouwend keek hij den paardenknecht vlak in 't gezicht.

Maar hij kreeg zelfs geen antwoord; 't was of ze niet gehoord hadden. Dons had zijn beursje bijna tot den bodem leeggeteld, en keek Alfons en Smul met zijn kleine, flikkerende oogjes aan. "Veur ou," zei hij, vier stukken naar den paardenknecht toeschuivend. "Merci, boas," dankte Smul kortaf, langzaam de stukken oprapend en die in zijn ondervest verbergend. "En de reste veur ou.

Maar bazin Dons en ook meestal de anderen bleven zeer ernstig. "D'r zijn zèker nog speuken!" bevestigde boer Dons, die reeds was opgestaan en zijn jas had aangetrokken, maar even weer ging zitten. En hij vertelde een vreemde geschiedenis van zijn ouden paardenknecht, van het spook en den kasteelhond.

De boerin, een jonge, knappe vrouw, met levendige donkere oogen en zwarte haren, liep bedrijvig heen en weer om allen te bedienen; de boer, een veertigjarige lummel met paarsrood gezicht, stond, bij den schoorsteen geleund, tegen de dichtst bij hem zittenden te brabbelen en te hakkelen. Alfons merkte, met één enkelen blik, dat Smul, de paardenknecht, in de keuken niet was.

Sinds was hij weer bedaard en uiterlijk kalm geworden. Hij had opnieuw zijn dienst als paardenknecht genomen bij boer Kneuvels, en werkte als een lastdier, somber in zichzelf teruggetrokken, geen nutteloos woord tusschen zijn halsstarrig-dreigend gesloten lippen doorlatend. Maar Rozeke bleef doodsbang voor hem en vermeed stelselmatig elke gelegenheid hem te ontmoeten.

Hij joeg die nare herinnering van het verleden uit zijn gedachte, en even kwam een glimlach op zijn lippen. Rozeke hield van hem, hij voelde 't, hij wist het, al had ze 't hem nog niet gezeid. Hij zag dat telkens in haar oogen, hij hoorde 't in haar woorden, al deed ze soms ook nog wat stug en vreemd met hem; en hij had pret in zichzelf omdat hij het zoo handig met boer Kneuvels had weten te schikken, dat niet de boer noch zijn paardenknecht, maar wel hij de Van Dalens dien ochtend zou gaan wekken. Hij eerst, vóór alle anderen, zou Rozeke zien en met haar spreken. Hij zou met haar, en met haar broeders en haar zuster, in de vertrouwelijke duisternis van den nacht, den tamelijk langen weg afleggen van hun huisje naar de hoeve, en daarna van de hoeve naar den vlasgaard. Ook Smul zou haar zien, en met haar spreken, zeker, dat kon ook niet anders, doch eerst later, als hij al ruim tijd en gelegenheid zou gehad hebben, om haar te zeggen en te vragen, d

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek