United States or Kosovo ? Vote for the TOP Country of the Week !


En nog zooveel te meer geschiedde dit als al die kinderen en kleinkinderen en verdere naneven by den ouden stamvader op de zelfde uitgestrekte state of sate, heerd of hoeve bleven wonen gelijk wel gebeurde of althans in de onmiddellike nabuurschap daarvan hunnen eigenen heerd grondvestten, zoo dat die geheele sibschap eerlang werd tot eenen afzonderliken volksstam, in een afzonderlik oord wonende.

Nu heb ik sinds lang besloten, daar de fortuin zoo slecht gezind was mij een ouden echtgenoot te geven, niet de vijandin van mij zelf te zijn door geen middel te vinden mijn lusten te bevredigen en mijn heil niet na te jagen. En om mijn genoegen te hebben wensch ik, dat onze Pyrrhus, waardiger dan eenig ander, hem met zijn omhelzingen vervangt.

Oom, mijn achting, mijn eerbied voor u, ze eischen toch niet dat ik de vrouw mijner liefde onverdiend zal hooren smaden en beleedigen....?" Van Barneveld wendt zijn gelaat langzaam naar Helmonds zijde, en 't klinkt schijnbaar kalm op diepen toon: "Zal ik mijn pleegzoon verschooning moeten vragen voor de woorden die hem griefden? Welaan, het zij zoo, op mijn ouden dag wil ik den oorlog niet.

Is dit niet mogelijk, dan spit men den grond om, na er een flinke hoeveelheid zand en ouden koemest op gebracht te hebben. Het gebruik van verschen mest is voor dit doel niet raadzaam; het geschiktst is koemest, die een jaar oud is.

"Pruimen?" zeide de eerste weder, en bood den ouden heer een stuk tabak aan met eene gulheid, die inderdaad broederlijk mocht genoemd worden. "Neen, wel bedankt; dat bekomt mij niet goed," antwoordde het manneke zich afwendende. "Niet? Zoo!" zeide de ander en stak het stuk in zijn eigen mond, waarna hij weder aan het kauwen en spuwen ging.

Maer heeft de bye die sigh vuyl gemaekt heeft veel volck, suyvert het kaer en tylgaet soo veel het mogelyk is en voert hun ouden honingh, dan sullen de byen weder gesondt worden en werken.

Den volgenden dag, ja, den volgenden dag kunnen wij gerust overspringen, maar den volgenden avond zat de lantaarn dood op haar gemak in een leuningstoel! En raad eens waar? Bij den ouden lantaarnopsteker.

Wellington, bekommerd, doch koelbloedig, zat te paard en bleef den geheelen dag in dezelfde houding, een weinig vóór den ouden molen van Mont-Saint-Jean, die nog bestaat, onder een olm, dien later een Engelsch wandaal voor tweehonderd francs kocht, deed afzagen en medenam. Wellington was daar een koelbloedig held. Het regende kogels. Zijn adjudant Gordon viel aan zijn zijde.

V. a. trof deze straf Actaeon, omdat hij zich beroemd had een beter jager te zijn dan Artemis. Nog laat werd de rots getoond, van waar Act. de godin gezien zou hebben. Reeds de ouden zagen in de mythe van Act. een toespeling op de alles verterende hitte der hondsdagen; vandaar dat zijn beeld op rotsen en bergen geplaatst werd, om de nadeelige gevolgen daarvan af te wenden.

Daar las men geheele verzen in den schrijftrant van den ouden tijd, en boven ieder raam was in het kozijn een gezicht uitgesneden, dat allerlei grimassen maakte. De eene verdieping stak een heel eind buiten de andere uit, en vlak onder het dak was een looden goot met een drakenkop. Het regenwater moest uit den bek komen, maar het liep uit den buik, want er was een lek in de pijp.