Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juli 2025


Examineert wel of dese broet levendig en gesondt is, dan sal den bye gesont syn. Het twee en twintigste deel. Hoe een ongesonde bye moet gesondt gemaekt worden. D. Vr. Hoe maek ick den ongesonden bye gesondt? M. A. Ondervindt gy dat eenen bye vuyl of ongesont is, dan moet desen naer het jaegen sterk gekort worden.

Bemerckt dat dit deel niet en is van vuyl byen door dat den honingh rot is, want dit is arger als dat de byen sigh vuyl maeken. Maer in strenge en langduerige winters, als de aerde langen tydt met sneeuw bedekt is gebuert het, dat de byen aen het tylgaet, en wat nogh arger is, van binnen, het kaer en de raeten vuel maeken. D. Vr. Welck is de oorsaek van dit quaedt?

De reden is omdat sy te weynig son hebben, en daerom seer selden vliegen om sigh uyt te mesten. D. Vr. Ick heb byen gesien die in het Suyden stonden, eventwel sigh vuyl maekten.

Des heeftse by haer volck soo veel ontsagh gekregen, Dat sy het menighmael geleyt in beter wegen: En schoon dat hun de mont tot vuylheyt is gewent, Men hoort geen dertel woort als syder is ontrent. 60 En of oock al het rot* tot stelen is genegen, Sy straft het vuyl* bejagh en isser heftigh tegen: En mits* sy wonder veel met sangh en spelen wint, Soo is Maiombe zelfs tot stelen niet gesint.

Om dit te weten evenwel moet gy op deselve maenier erkennen, te weten met opblaesen, waer den broet getrokken is; syn op desen plaedts eenygen tuytjens geslooten, gy moet dit examineeren. Syn geen byen maer vuylligheydt in dese tuytjens, het is een teeken dat den bye vuyl is. Kont gy dese tuytjens niet visiteeren, steekt een raet uyt het nest, in hetwelck broet is.

Ook de bruiloftsliederen wezen daarop, en de fakkels, door de bruidegomsvrienden gedragen, herinnerden aan den nacht, waarin men immers op roof uitgaat. »Het schijnt alsof de maeght een krijghsgevangen waer«, rijmt Cats en dit was niet ver van de oude waarheid, gelijk ook later: »Wegh met dat oude vuyl! In Zeeland is de bruydt Geen ruyters eygen slaaf, geen rovers eygen buyt«.

Maer heeft de bye die sigh vuyl gemaekt heeft veel volck, suyvert het kaer en tylgaet soo veel het mogelyk is en voert hun ouden honingh, dan sullen de byen weder gesondt worden en werken.

Daerom moet gy geen swaerm opsetten, die laet in den somer gekomen is, omdat sy niet genoeg broet hebben ofte den honingh te waeteragtigh is, want ontrendt den herfst is hy niet soo kragtygh als in den somer. D. Vr. Is het vuyl groot quaet voor de byen?

Acht my voor die ghy wilt, en dat ick wesen magh, 535 Ick ben een vyandin van alle vuyl bejagh.* Dat sal ick eeuwigh zijn. wel gaet dan elders jagen, Voor u en is geen kans mijn eere wech te dragen; Weet datter onder 't volck dat ghy voor heydens groet* Noch is een reyne ziel en onbevleckt gemoet. 540 Ghy dan, nadien ghy zijt genegen om te jocken*, Gaet naer het dertel hof, en streelt de sijde rocken*, Soeckt daer bequame* stof voor u ongure* vreught, En laet my 't edel pant van mijne reyne jeught.* Als 't wijf op desen toon de vrijster hoorde spreken, 545 Heeft sy haer peck-swart hair een weynigh op-gestreken, Als bly van dit gespreck.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek