Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
Eene kleine, maar krachtig en sierlijk gebouwde gestalte, een bruine kroeskop en een paar oolijke zwarte oogjes, een kortgeknipte baard, die hem totaan den neus wies, en een altijd lachende mond vol hagelwitte tanden dáár hebt ge hem, zooals hij onder zijnen gelen stroohoed, in zijne witte broek en blauwe boezeroen, en met zijnen Pius-penning op de ruige borst, in zijne gelapte schoenen stond.
"Gij oolijke gauwdief, gij hebt waarachtig gelijk: het venster was niet hoog en hij kwam op de beenen te land; hij vluchtte de stad uit, begaf zich naar Tiel, verborg zich bij Klaas Meinertz, merkte dat deze den aanslag verraden had en hem nu overleveren wilde, stak den ouden booswicht overhoop, doch werd zelf gepakt, en evenals zijn medestanders in den Haag gerecht."
Terwijl hij aldus "terugkeert naar de natuur" vernielt hij zijn gestel; zijn prikkelbaarheid neemt toe. Spoedig moest hij Behrisch missen. Hij had in een oolijke bui een lofdicht op een in de studentenwereld beroemden koekbakker geschreven; een vriend had er een verlengstuk aan gehecht, zoodat het een parodiëerend hekeldicht leek op Prof. Clodius, en zoo circuleerde het onder de studenten.
Dan nog sterker golft het zelfverwijt, dan wil hij om die oolijke begeerte zijn eigen kastijden, en zoo foltert hij zich met het schuldgevoel, dat door hem zijne doode moeder beleedigd wordt. Zonder rust is die strijd. Hij staat paalrecht en stijf. Hij voelt niet de oogen van den ouden priester op hem, denkt evenwel vluggelings: Beziet hij me? ....
Het moet blijken, Ko, dat gansch het huisgezin, inbegrepen de keuken en de stallen, de goedheid van mevrouw naar waarde weet te schatten .... Gij hebt, oolijke vriend, over uw wezen een glimlach als een heimelijken sluier hangen, dewelke mij aan de vool herinnert van de beroemde Isis, vereerd en aanbeden in den tempel van Saïs.
Ursule kende hare ouders, gebogen eerde-wroeters zonder hope, etende en biddende wezens, den dood nabij. Justa, de eenige dochter, had met blij gemoed hare broers en de oudjes verlaten. Haar doorslepen zinnen, waar ze aldoor in de parochie gebruik had van gemaakt om oolijke daden te stichten, meende ze nu eens ten dienste van vrijer bedrijvigheid te kunnen stellen.
"De goede Sancho moet werkelijk een oolijke guit zijn," antwoordde de hertogin, "en dat verblijdt mij, omdat ik er uit opmaak, dat hij geest en verstand heeft en niet tot de vervelende domkoppen behoort." "In allen gevalle zal hij een onthaal vinden, dat hem geen reden tot klagen geeft," voegde de hertog er bij.
Hij woonde oplettend de angstige opstanding van deze moutere vrouw bij en hij had, tenden zijne fijne nagels, soms het gevoel van iemand die een gulden perzik openbreekt, den natten steen doet opspringen en tusschen zijne vingeren voorzichtig het kostelijke sap opvangt. Hij beroerde nooit de toestanden. Hij bewerkte ze niet met oolijke verwikkelingen. Hij liet ze worden en gebeuren.
Hij onderzocht haar met geduld, omringde haar met oolijke woorden, die, schoon opgeleid en gemeten, de spioenen werden van zijn sluw inzicht. Milly had, onveranderlijk, eene wachtende houding. Was ze koppig of begreep ze haren bespieder? Ze bleef gesloten en geheimzinnig. Maar niets deed ze, dat Sörge op zijn weg kon storen, geen gebaar, dat hem een hinderpaal of een signaal zou zijn.
"Wel, Fry.... ouwe jongen!.... dat zou je genoegen doen, niet waar?" had de kok gevraagd. "Wat?" "Eens te gaan kijken, wat daar al zoo boven omgaat!" "Neen, waarachtig niet!" "Wat, niet?" "Ik zal niet gaan.... Ik weiger bepaald!..." antwoordde de domkop, die al die dwaasheden voor goede munt opnam en niet begreep, dat de oolijke Gasconjer hem voor den gek hield. "Waarom, Fry, wil je niet gaan?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek