Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Neen voorwaar, die beschuldiging is onverdiend. Maar ik heb onderweg mijn bagage niet weinig zien vermeerderen: en wanneer men bedenkt, dat ik geen klein getal broeders en zusters heb, die allen een geschenk verwachtende waren, zal het u niet verwonderen, dat ik mij in de noodzakelijkheid heb bevonden, de middelen van vervoer eenigszins te vermeerderen."

Mijn verblijf te Kirman is altijd zeer aangenaam geweest; nergens ter wereld zouden wij met meer achting behandeld hebben kunnen worden, en naar mijne meening zijn de beleedigingen, die Europeanen zoo dikwijls den Perzen naar het hoofd slingeren, volkomen onverdiend. De Perzen zijn over 't algemeen bijzonder beleefd en geestig, en hun vlugheid van begrip en repartie zijn spreekwoordelijk.

Daarin zegt hij n.l. waarom hij, die "onverdiend gebannen uit zijn land zich nog verdienstelijk wil maken voor de rechtswetenschap" , zijn "drie boeken van 't recht des Oorloghs en Vredes" gaat schrijven.

Van 't geen hij alzoo bedenkt om los te komen, wordt door Giebel een aardig geval medegedeeld: "In een groote stad, waar een hondenbelasting geheven werd, ving de vilder, zooals meer geschiedt, alle Honden zonder belastingpenning op, en bergde ze groot en klein, oud en jong, mooi en leelijk, in een groot hok, waar zij zich den tijd kortten door zoo luid mogelijk hun onverdiend leed te bejammeren.

Constantijn Huygens de zoon, in zijn rijtuig op weg van Den Haag naar Leiden, werd aangereden door de karos van den raadsheer van der Goes. Zijne vrouw, naast hem, snauwde hem toe »soo bruy je altijt maar toe«, en met dezen nijdigen trek om de lippen staat zij nu voor ons misschien onverdiend. Want Huygens, zelf geen hoogstaand man, zag de kleine dingen eer dan de groote.

Zeker was de schijn tegen haar, doch de onteerende vergelijking, die hij haar zoo onverdiend deed ondergaan, en haar gevoel van eerbaarheid tegenover zijne betichting van verregaande zedeloosheid, gaf haar den moed zich onverschrokken van die blaam te zuiveren. "Uw scherts is bitter en ongepast," sprak zij zachtjes: "De schilder is ziek, zeer ziek; hij slaapt; een flauwte heeft hem bevangen.

Na dat verleden, evenals mevrouw Bathory en haar zoon gedaan hadden, in gedachten opgebouwd te hebben, gevoelde hij de verwijtingen die de echtgenoote en de zoon van Stephanus Bathory hem, onverdiend wel is waar, konden doen!

Zoo vreeselijk was de verwoesting, dat de bloei der rijke handelsstad, die nooit weer haar vroegeren trap van welvaart bereikte, van dezen tijd af geknakt was. De naam "Spaansche furie", door het volk aan deze gebeurtenis gegeven, was waarlijk niet onverdiend.

Nu, zeg het mij. Wees zeker, al kon ik waarlijk niets om u te troosten, ons verdriet eenen vriend mede te deelen verlicht altijd onze smart." "Het kan zijn in andere gevallen. Voor mij is alles, alles nutteloos.... Evenwel om u te voldoen, die mij onverdiend zooveel genegenheid betuigt, wil ik u wel uitleggen wat wij voor eeuwig hopeloos moet maken.... Zijt gij nog niet in het Bonte Kalf geweest?"

Is het dan nog noodig terug te gaan naar 1795 toen Robert Southey Jeanne verheerlijkte in een lang gedicht? Moeten wij dan nog lezen hoe Coleridge den grooten Shakespeare onderhanden neemt over zijn eerste deel van Henry VI of hoe Thomas de Quincey haar verdedigt? Het verwijt van Carlyle: »Hartelooze Franschen, spotters, gij zijt de edele maagd niet waard!«, lijkt ons wat hard en onverdiend.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek