United States or Senegal ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat wij zonder eerbied onderzoeken, zagen zij met devotie aan, en, daar zij het niet begrepen, vergoddelijkten zij het onverwijld, zooals alle kinderen geneigd waren te doen in alle perioden der wereldgeschiedenis. Inderdaad waren zij heldenvereerders naar het hart van Carlyle, en twijfelzucht had geen plaats in hun eenvoudige philosophie.

Het sprookje leeft in het hart van het kind, en het blijft leven en zijn invloed uitoefenen, lang nadat de jeugd is voorbijgegaan. De belangrijkste en vaak de schoonste producten van de letterkunde zijn daar, om het te bewijzen. Sla Goethe, Heine, Wieland, Schiller, Carlyle, Byron, Richepin, Victor Hugo ik doe maar een greep op goed geluk af op, en overal merkt ge het sprookje.

Het was nu niet meer noodig, de twee tramps op de locomotief te doen post vatten, en daarom behoefde de trein, die te Carlyle gerangeerd werd, niet reeds door Old Firehand overgenomen te worden. Er werd dus opnieuw naar het station getelegrafeerd, dat de trein op het bepaalde tijdstip van daar moest vertrekken, om vóór Sheridan te stoppen op een bepaald punt, waar die zou worden overgenomen.

Lijden en de gemeenschappelijkheid van lijden maakt de menschen vriendelijkgezind, en dag aan dag placht ik, terwijl ik de binnenplaats op en neêr stapte, met vreugde en vertroosting te gevoelen wat Carlyle ergens noemt "de stilzwijgende rhythmische bekoring van menschelijke kameraadschap". In dit punt zoo goed als in alle andere zijn philanthropen en menschen van dat slag in den dool.

"Het kennen van het oude geloof", zegt Carlyle, "brengt ons in nauwer en zuiverder betrekking tot het Verleden tot onze eigen bezittingen in het Verleden. Want het gansche Verleden is het bezit van het Heden; het Verleden had steeds eenige waarheid, en is een kostelijk bezit."

Het was een gouden zegelstempel, waarop gegraveerd de slang der eeuwigheid, omsluitend een ster en de woorden: "ohne Hast, ohne Rast", die zinspeelden op zijn bekende strophe: "Wie das Gestirn...." Thomas Carlyle, voor wiens "Life of Schiller" hij nog pas een voorrede had geschreven, is de onderwerper van dit voorname huldeblijk.

Verstaat men echter door sport alles wat aanleiding geeft tot oefening van spieren en tot staling der zenuwen, dan behoort zeker de bergsport een hooge plaats in te nemen. Carlyle zegt, dat men den mensch groot onrecht doet door te beweren, dat hij door gemak en rust wordt aangetrokken. Moeite, zelfverloochening, martelaarschap, dood, ziedaar, zegt hij, het lokaas, dat het menschenhart bekoort.

Is het dan nog noodig terug te gaan naar 1795 toen Robert Southey Jeanne verheerlijkte in een lang gedicht? Moeten wij dan nog lezen hoe Coleridge den grooten Shakespeare onderhanden neemt over zijn eerste deel van Henry VI of hoe Thomas de Quincey haar verdedigt? Het verwijt van Carlyle: »Hartelooze Franschen, spotters, gij zijt de edele maagd niet waard!«, lijkt ons wat hard en onverdiend.

Willen de machinist en de stoker niet gehoorzamen, dan moeten ze doodgeschoten worden. Misschien is die verandering niet erg naar uw zin, sir?" "Integendeel, want nu loopen wij ten minste het anders altoos mogelijke gevaar mis, dat het tusschen het werkvolk hier en de tramps tot een gevecht kon komen. Bovendien behoeven wij nu ook niet met twee spionnen naar Carlyle.

Ik werkte hem door aan de hand van Carlyle." »Dat was even alsof men een sloot voor een meer aanziet. Hij maakt één zonderlinge doch diepzinnige opmerking, en wel: dat het voornaamste bewijs voor iemands waarlijke grootheid gelegen is in de overtuiging van zijn eigen nietigheid. Dat bedoelt een kracht van vergelijking en erkenning, die op zich zelve reeds edel te noemen is.