Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
In deze benarde tijden kan vaderlandsliefde minder dan ooit voor hersenschimmig gelden en voelen wij dieper dan ooit de waarde van eigen aard en eigen haard, de waarde van ons nationale zelfbestaan, van ons in doorsnede zoo kalm en nuchter, maar ook zoo waardig, degelijk en onbevangen Nederlandsch karakter; en steeds sterker groeit de wil, ons-zelf en vereenigd te blijven, niet in een andere natie op te gaan, niet prijs te geven een volksbestaan en een volksaard, die ons dierbaar werd als de bron van onnoembaar veel goeds; steeds grooter wordt de drang, te blijven vormen de in haar diepste wezen uninationale bevolking van Groot-Nederland, vereenigd in dagen van beproeving.
Het is de Onwetendheid die trotsch maakt en vermetel: Want hoogmoed dringt zich steeds by zelfwaan op den zetel. Aanspraaklijk zijn wy aan ons-zelf; maar ook aan God, Voor al wat invloed heeft op dit en 't eeuwig lot. BILDERDIJK naar SPIEGHEL. Aanteekening 1, op bladzijde 10. De Oude Toestand van Friesland.
Gebeurt iets dergelijks niet zóó vaak?... Behoort het ook niet tot die dingen, die als we ervan hooren, ons 't hart verscheuren en ons, al naar onderscheiden aard en aanleg, in machtelooze woede de vuist doen ballen, of vruchtelooze heerschers- en apostelsdroomen laten droomen? Ja, wenschen we ten slotte niet, om ons-zelf de smart en den haat te besparen, er maar zoo weinig mogelijk van te weten?
Zie dan, het lichaam bevat de meening en de bedoeling Gods, het bevat en is de ziel; Wie gij ook zijt, hoe heerlijk en hoe goddelijk is uw lichaam en ieder deel uws lichaams! O Camerado dien ik liefheb! O gij en ik vereend ten laatste en wij tweeën nu voor ons-zelf alleen! O, één woord dat het leven schoon en kostelijk en eindeloos maakt! O, iets dat ons extase geeft en niet van deze aarde!
Het is, zooals de schrandere lezer allicht reeds heeft begrepen, niet anders dan natuurlijk, dat juist de aanschouwing van het visschen-leven den schrijver aan hem-zelf onttoog: dat wat het minst op ons lijkt, het minst aan ons is verwant, doet ons het vaakst en het makkelijkst ons-zelf en onze verwantschap vergeten, en boeit op 't sterkst, zij 't vluchtig, onze aandacht aan zich. En hoe waar dit is, kunt ge alweer aan het fraaie stuk Plastiek, eene uitmuntende beelding van reptielenleven, merken. Want zie maar: datgene wat den blik van onzen geest ons geheele leven fascineert, omdat het ons, bewegelijken, driftigen, haastigen, zóó vreemd is; d
Wij mogen niet langer gedoogen, dat men ons onder den druk der politieke onmondigheid houdt, niet voor ons-zelf, niet voor de veiligheid en het levensgeluk der kinderen, niet voor de belangen der menschheid. Door dezen oorlog zijn vele hardnekkige tegenstanders van vrouwenkiesrecht tot voorstanders ervan bekeerd.
Alweêr een weifeling? Weg, weg ... wij voelen, Omdat zij dieper dan ons denken gloeit En, lichte bloem, omhoog naar 't zonlicht bloeit, De zekerheid, (ondanks dien schijnbaar-koelen Heelal-storm van ontstaan, die komt bespoelen Ook 't aanzicht dezer aarde nooit vermoeid) Dat, schoon de mensch zijn Aanzijn soms verfoeit, Het Al-zijn schoon moet wezen van bedoelen. Daarom zingt lof, al ziet gij schreiensrood Om al de ellende dezer wereld tevens, En laat ons kalm, in 't eind-uur onzes snevens Omhoog zien, als we ons-zelf zien geestlijk bloot.... Hij maakt
Wouter hoorde in hun gekraak en gezaag allerlei liedjes, en vergat weldra Amalia en den Paus, om te luisteren naar de vertellingen die ze hem deden. 't Gebeurt meermalen dat we gelooven iets gewaar te worden van buiten, wat voortkomt uit ons-zelf, en even dikwijls meenen wij zelf iets te hebben uitgedacht, dat eigenlijk afkomstig is van 'n ander.
Edele woorden groeien in dezelfde mate als de menschheid groeit. Wij begrijpen het nu, dat de enkele mensch evenmin geluk en vrijheid vinden kan als de geheele Staat, wanneer de moed hem ontbreekt. Maar hangt het dan wel van ons-zelf af moed te hebben of niet? Zeer zeker.
DROMIO VAN EPHESUS. Tot voor een uur was ik zijn dienaar, heer; Maar thans heeft hij mijn banden doorgeknaagd, Dus ben ik, Dromio, thans door hem gediend. ÆGEON. Gij beiden zult u mijner wis herinn'ren. DROMIO VAN EPHESUS. Neen, wij herinn'ren ons ons-zelf door u: Wij waren pas in banden zooals gij; Doch gij zijt geen patiënt van Knijp, niet waar?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek