United States or Mayotte ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Die is tenminste van Saksische afkomst," riep Cedric met vreugde uit. "Sir Foulk Doilly, de vierde," zei de pelgrim. "Ook een Sakser, tenminste van moeders zijde," hernam Cedric, die met de grootste oplettendheid luisterde, en zijn haat tegen de Normandiërs voor het oogenblik vergat, in de vreugde over de zegepraal van den Koning van Engeland en zijn Saksische onderdanen.

"Ik niet," hernam Cedric; "ik ken de middelen niet om deze vestingen der tirannij, die de Normandiërs in dit ongelukkig land hebben gesticht, te veroveren of te verdedigen. Ik wil mede vechten in het voorste gelid; maar mijn eerlijke buren weten wel, dat ik niet ervaren ben in krijgstucht, noch in het aanvallen van sterkten."

Het zou echter beneden mij zijn, over huisvesting voor een enkelen nacht en een avondmaal te morren; als gasten zullen zelfs Normandiërs hun onbeschaamdheid beteugelen. Ga, Hundebert," zei hij tot een soort van Major-domus, die achter hem stond met een witten staf; "ga, neem zes der bedienden mede, en breng de vreemdelingen in het gastenvertrek.

In de wapenzaal, waren tusschen ruitervanen en roofdierkoppen, wapenen uit alle tijden en van alle volken te vinden: van de slingers der Amalekieten en de werpspiesen der Garamantijnen, tot de kromzwaarden der Saracenen en de maliënkolders der Normandiërs. Aan het groote braadspit in de keuken kon wel een os geroosterd worden. De huiskapel was weidsch en rijk als die van een koning.

De oorsprong dezer wetenschap werd aan den beroemden ridder Tristram toegeschreven, bekend wegens zijn liefde tot de ongelukkige Ysolte. Daar de Normandiërs het vermaak van de jacht voor zich zelven alleen behielden, is het natuurlijk dat deze jachttaal geheel uit het Fransch ontstaan is. Noot D., Bladz. 175: Over de minnezangers.

Onder dit gesprek poogde Cedric aan zijne wachters eene bekentenis van hun stand en hunne bedoeling te ontwringen. "Gij moet Engelschen zijn," zei hij; "en echter, heilige Hemel! valt gij op uwe landslieden aan, alsof gij echte Normandiërs waart. Gij moet mijne buren zijn, en dus mijne vrienden; want wie van mijne Engelsche buren heeft reden, om dat niet te zijn?

Cedric beleefde de nauwere vereeniging tusschen de stammen; want, naarmate de twee volken in gezellig verkeer met elkander traden en huwelijken onder elkander sloten, vergaten ook de Normandiërs hunne minachting, en legden de Saksers hunne lompheid af.

De buitenmuren werden waarschijnlijk door de Normandiërs bijgebouwd; maar het binnenste getuigt van eene zeer groote oudheid. Het oudste gedeelte van het kasteel ligt op eene hoogte in een hoek van de binnenplaats, en vormt een volkomen cirkel van omtrent vijf en twintig voet in middellijn.

"Wie u Sakser noemt, ridder," hernam Cedric, beleedigd door een spreekwijze, waarmede de Normandiërs dikwijls hun gewone verachting jegens de Engelschen uitdrukten, "zal u een even groote als onverdiende eer aandoen." Front-de-Boeuf wilde antwoorden; maar de moedwilligheid en lichtzinnigheid van Prins Jan kwamen hem voor.

Onder de geringste en onredelijkste voorwendsels, zoowel als op de meest ongerijmde en ongegronde beschuldigingen, werden hunne personen en goederen bij iedere gelegenheid, der openlijke woede prijs gegeven; want Normandiërs, Saksers, Denen en Britten, hoezeer zij elkander onderling haatten, schenen er om te strijden, wie met de meeste verachting op dit volk zou neerzien, dat het een punt van godsdienst was, te haten, te onderdrukken, te verachten, te plunderen en te vervolgen.