Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
De onder-officiers bezagen elkander met eenen listigen glimlach, doch de fourier legde zich den vinger op de lippen, om zijnen kameraad het stilzwijgen aan te raden. "Hoe staat gij daar nu als van den hamer geslagen?" viel moeder Noppe tegen haren man uit. "Dat zal u leeren, goddelooze twijfelaar. Daar, neem het ei en lees. Wie weet wat schrikkelijke dingen er ditmaal opstaan!"
Waarom zijt gij zoo opvliegend?" antwoordde zij op zachteren toon. "Met dit haspelen en schreeuwen geraken wij tot geen besluit. Kom, bedaar, mijn vriend; zit neder en laat ons redelijk zijn." "Ik vraag niet beter; gij weet het wet, Christien," zeide de baas met zichtbare tevredenheid. "Lieve man, het is moeilijk met u te kouten," begon vrouw Noppe.
Omtrent het midden der maand Juli 1831, lagen er twee compagnies van het 2de Regiment Jagers te Moll, een aanzienlijk dorp in de Kempen, op een paar uren afstand van Gheel. Tot eene dezer compagnies behoorden de sergeant-majoor en de fourier, die te Lichtaert zooveel tot het geluk van Frans Houtman en Lisa Noppe hadden bijgedragen.
Bazin Noppe stond bevend voor haren man en staarde hem met wijd geopende oogen aan; zij scheen den moed niet meer te hebben om hem eene uitlegging te vragen, welke zij zich voorstelde als moetende verschrikkelijk zijn. "Maar, vader," stamelde Lisa, even ontsteld, "wat staat er op dit ei? Frans ongelukkig? Laat mij het zien, dat ik het leze." Zonder spreken legde baas Noppe het ei haar in de hand.
Scheen baas Noppe ondanks zijn struischen lichaamsbouw, opmerkelijk loom en traag, zijne echtgenoote, die nu uit den stal in de gelagkamer trad, was integendeel klein en mager, maar hare levendige oogen en rappe beweging en een zuurzoeten blik, dien zij van terzijde op haren man richtte, konden doen denken, dat zij met meer wilskracht was begaafd dan hij, en waarschijnlijk niet gewoon was voor hem te zwichten.
"Maar mijne hersens worden er duizelig van; gij maakt mij dwaas," morde de fourier. "Wie heeft u gezegd, dat men in den hemel zoo geheel bijzonderlijk zich met uw huwelijk bezighoudt? Theodoor of moeder Noppe? Jongen, jongen, wat gij u toch laat wijsmaken!"
Wat ik hier vertellen wil, is voorgevallen, kort na 1830, toen de vrijwilligers van generaal Niellon, in de dorpen der Antwerpische Kempen, bij de boeren gelogeerd waren, om daar op het hernemen van den oorlog te wachten. Ik zie nog, in mijnen geest, de herberg van baas Kobus Noppe, waar het Bonte Kalf uithing.
Terwijl zij nog immer bezig waren met dus aan hunne verontwaardiging lucht te geven, hoorden zij eensklaps achter hunnen rug eene zachte minzame stem, die hun zeide: "Dag, baas Kobus, dag, bazin Noppe. Heeft men goed geslapen dezen nacht?" Theodoor Peeters had zijn hoofd in de deur gestoken.
Daarenboven, was het nog niet geheel zoo, wees gerust, het zal wel komen; de zaak is op goeden weg.... en indien Frans op de eeuwige liefde van onze Lisa rekent, dan beklaag ik den armen sukkelaar." Baas Noppe slaakte eenen zucht en wreef zich met de hand over het voorhoofd. Wat hij hoorde, verblufte hem.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek