Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 oktober 2025


Doch ongeveer terzelfder tijd kwam er een brief van iemand, die zich Jan Verlinden noemde en zich bekend maakte als ondermeester aan de school te Bunschoten. Naar het scheen had dat jonge mensch heel wat noten op z'n zang. De stijl van den brief was goed, maar de inhoud alleronbetamelijkst.

De dame noemde mijnen naam met verrassing; hare groote blauwe oogen glinsterden van blijdschap. Zij overlaadde mij met betuigingen van vriendschap, en trof mij diep door de uiterste zoetheid harer stem en de minnelijkheid harer woorden.

Het schijnt, dat de zwarte man door mijnen mond niet wilde spreken of dat mijn goede engel hem belette in mij te komen. Maar wat zeker is, men moest mij een half uur lang slaan en sleuren en mij koud water in het aangezicht smijten, zoo vast was ik ingeslapen. Toen ik eindelijk wakker werd, noemde mijn meester mij een slecht sujekt; maar dit is...."

Wat meer is, hij won wat geld als veekooper, en ik geloof dat dit zijn hoofd een weinig op hol bracht; ten minste, hij wilde 'een heer van mij maken, zooals hij het noemde. Dus werd ik, toen ik achttien jaar was, weggestuurd om predikant te worden, of ik er lust in had of niet.

Zij gaf een luiden gil; ofschoon zij heel wat veranderd waren, wist zij toch, dat zij het waren, gevoelde zij, dat zij het zijn moesten. En zij vloog hun in de armen en noemde hen bij name; en de prinsen voelden zich hoogst gelukkig, toen zij hun kleine zuster zagen en herkenden ook haar, die nu groot en schoon was.

Men geloofde in de Middeleeuwen, dat een gebed, op eene der heilige plaatsen van dat land tot God opgezonden, eerder verhoord werd dan ergens anders. Daarom ondernamen vele geloovigen de verre reis naar het Heilige Land om daar te bidden en zich te verootmoedigen voor den Heer. Zulke menschen noemde men bedevaartgangers.

Geloof het trommelvel en niet wat zijn moeder zegt! Rom, bom, bom! Rom, bom, bomEn de stad herhaalde wat de alarmtrom verteld had. De knaap kwam in de kerk, hij werd gedoopt. Van zijn naam was niets te vertellen; hij werd Peter genoemd. De heele stad, ook de trommel noemde hem Peter, het tamboerszoontje met het roode haar; maar zijn moeder kuste zijn rood haar en noemde hem haar Gouden schat.

Zij herinnerde zich de eindelooze goedheid van vrouw Damhout voor haar, de onverdiende vriendschap, die Bavo gedurende geheel haar leven haar had gegund, en zij sprak van weldaden, van edelmoedigheid en medelijden voor een arm verstooten kind; zij noemde bazin Damhout hare goede moeder en Bavo haren leermeester en haren broeder. Dit alles ging zij verliezen.

Meisjes kregen geen naam, zij werden slechts aangewezen door een gentieladjectief, Cornelia, Tullia, enz.; soms voegde men er den naam van vader of echtgenoot bij. Zoo was Cicero's dochter Tullia Ciceronis, zijne vrouw Terentia Ciceronis. Had een vader slechts twee dochters, zoo noemde hij ze maior en minor; waren er meer, dan werden zij eenvoudig genummerd: prima, secunda, tertia, enz.

"Wel kind, 'wat is het drommelsche totaal, zooals mijnheer Mantalini het noemde." Dit klonk in 't geheel niet als een gezegde van John en zij wist, dat hij haar aankeek met dien openhartigen blik, dien zij tot nu toe altijd even vrijmoedig had durven beantwoorden.

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek