United States or Laos ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan duizend middelen 't hem nimmermeer en schort, Zijn armen reiken wijd, zijn hand is niet verkort: Toen Ammons vader Loth geraakt was in de handen Van Kedor Lamors heir, en schenen niet zijn banden Onbrekelijk te zijn?

Tien jaren geleden, bij Sint Michiel! heugt zich Gawein; gingen wij nooit ten disch voor Aventure zich had gekond! Sedert, klaagt de Koning; wentelden de jaren in veiligheid voort en gastreerden wij in belanglooze vrede.... Iederen vesper, iederen vesper! En meldde nooit ende nie zich een jonkver meer aan, die gewroken moest worden? Nimmermeer! Nimmermeer!

Zoo even tastten die jonkvrouwen naar ander vleesch, naar koud vleesch! Ik zal nimmermeer klagen, zeide Lamme rechtstaande: haring is zalm, kort bier is malvezij voor vrije herten! Vive le Geus! En Uilenspiegel sprak: XI.

Wilt ge dat Johannes? 'Zal ik nimmermeer onder menschen wonen? 'Onder menschen wacht u eindeloos verdriet, verveling, vermoeienis en zorg. Dag aan dag zult gij tobben en zuchten onder den last van uw leven. Zij zullen uwe teedere ziel stooten en pijnigen door hun grofheden. Zij zullen u ter dood vervelen en martelen. Hebt gij de menschen meer lief dan mij? 'Neen! neen!

Want toen in die zandige streek het noodige water begon te ontbreken, ontwelde er eenklaps een kleine put, waarin het water nimmermeer ontbrak. Ook verhaalt de volkslegende, hoe O.L. Vrouwe eens in dezen put haar kleedje gewasschen en op den doornstok te drogen heeft gehangen.

De oude man antwoordde: In deze wereld bestaan twee dingen, die nimmermeer wederkomen, eens dat zij weg zijn: te weten het verteerde geld, en de onverschillig geworden vrouw, die den huize ontvlucht is. Toen wendde de oude man zich tot Uilenspiegel en stelde hij hem ook deze vraag: En gij, weet gij niet hoe die van Weert, in Limburg, worden geheeten?

Neen, de kleine, gelukkige Renée, die zich als een koningin gevoeld had in haar huis, als een gezegende onder de stervelingen, was dood; zij zou nimmer terugkeeren, nimmer, nimmermeer. Nu sloop daar een vreemde de trap op, een verguisde en bedrogen vrouw, ging de slaapkamer door en verdween in het kleine vertrekje daarnaast: haar boudoir.

Het gevoel van schuld had te geener tijd luid bij hem gesproken, en deed dit ook nu niet. Hij schreide niet omdat hij slecht was, maar omdat hij pas dertig jaren telde; en indien men hem gevraagd had wat hij meer betreurde, voor altijd Emma te moeten missen of nimmermeer verzadigd te zullen insluimeren aan Lidewyde's zijde, zou hij het antwoord schuldig gebleven zijn.

Helmond voelt zich eensklaps het hart als door ijskou versteenen. Neen hij beseft het volkomen, op den weg dien hij terug moet zal zij nimmermeer zich gelukkig gevoelen! Dat heeft hij bedorven voor altoos.

En van wien? Had Messala hem dit aangedaan? Hij richtte zich op en lachte smakelijk. Ieder meubel kon hem tot wapen dienen, de rustbanken bij voorbeeld tot stormrammen. Hij was sterk, en woede en wanhoop konden wonderen doen verrichten. Messala zelf kon niet bij hem komen. Hij zou nimmermeer kunnen loopen; maar hij kon door anderen werken. Die gedachte deed Ben-Hur opspringen.