Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Plotseling voelde ik een lichten schok; ik begreep, dat de Nautilus stil lag op den bodem van den Oceaan: mijn onrust verdubbelde; het afgesproken teeken werd door den Amerikaan niet gegeven. De lust bekroop mij om naar hem toe te gaan, hem te verzoeken zijn plan uit te stellen. Ik voelde, dat onze vaart niet meer onder de gewone omstandigheden plaats vond....
Doch die flora verscheen in al hare schoonheid langs de oostkust, waar de Nautilus weldra heenging; het was op de kust van Tehema; want toen zagen wij die verscheidenheid van planten niet alleen onder het vlak der zee, maar zij slingerden zich zelfs tot op tien voet hoogte ook daar boven in elkander; de laatsten waren grilliger van vorm, doch minder kleurig dan de eersten, omdat de voedingkracht van het water de frischheid der kleuren waarschijnlijk meer bevorderde.
De zijwanden der zaal gingen niet open, misschien omdat men onzen smaak voor die schoone zaken niet bederven wilde. De richting van de Nautilus was altijd nog N.O.t.O., de snelheid twaalf kilometer, de diepte tusschen de 50 en 60 meter. Den volgenden dag, 10 November, bracht ik even afgezonderd en verlaten door. Ik zag niemand van de equipage.
"Ja wel," zei de Amerikaan, "of de volle laag." "Overdrijf nu niet, meester Land," hernam ik. "Wij hebben niets van den kapitein te vreezen, maar ik deel ook niet in het gevoelen van Koenraad. Wij kennen het geheim van den Nautilus, en ik denk niet dat de kapitein, door ons de vrijheid te schenken, er gemakkelijk toe zal overgaan dat geheim door ons wereldkundig te maken."
Ik erken dat Ned Land gelijk had, en zoolang er geen schepen gebouwd worden, om over die ijsvelden te varen, zullen wij wel altijd voor die ijsbank blijven steken. Niettegenstaande zijn pogingen en krachtige middelen, die hij inspande om het ijs te doen barsten, was de Nautilus tot onbeweeglijkheid gedoemd.
Toen wij de straat van Gibraltar door waren, had de Nautilus het ruime sop gekozen; hij rees naar de oppervlakte, waardoor wij dus in de gelegenheid werden gesteld onze dagelijksche wandelingen op het plat te vervolgen. Ik ging met Ned Land en Koenraad aanstonds naar boven. Op een afstand van twaalf kilometer zagen wij flauw kaap St.
Bovendien zou men om weer te stijgen, het water moeten uitpompen, en dan zouden zeer zeker de pompen niet krachtig genoeg geweest zijn, om den druk van buiten te overwinnen. De kapitein besloot dus om de zwaarden of vleugels van zijn Nautilus in een hoek van 45° te plaatsen en aldus schuins naar beneden te varen.
Tegen vijf uur 's avonds waren wij op de hoogte van kaap Ras Mohammed; zij vormt het uiteinde van Steenachtig Arabië, en ligt tusschen de golven van Suez en Akabah. De Nautilus voer de straat van Jubal binnen, die ons in de golf van Suez brengen moest.
Ik had er tot op dit oogenblik niet over gedacht, maar besloot op mijne hoede te zijn. Overigens veronderstelde ik, dat deze rust het einde onzer wandeling aanwees, maar ik bedroog mij, en in plaats van naar de Nautilus terug te keeren, vervolgde de kapitein zijn stoutmoedigen tocht.
Het is natuurlijk dat ik u hierbij vraag, of de botsing tusschen de Nautilus en de Scotia, waarover zóoveel gepraat is, door eene toevallige ontmoeting werd veroorzaakt of niet?" "Geheel toevallig mijnheer; ik voer op twee meter onder water toen de botsing plaats greep; overigens zag ik dat het geene noodlottige gevolgen heeft gehad."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek