Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 oktober 2025


De Mulder drong woedend op hem aan, beurtelings met beide einden van zijn wapen slagen uitdeelende, en trachtende op halve stoks lengte te komen, terwijl Gurth zich tegen den aanval verdedigde, door de handen omtrent een el van elkander af te houden, en zich te dekken door zijn wapen telkens met groote snelheid uit de eene hand in de andere te werpen, om zijn hoofd en lichaam te beschermen.

Ik gevoel het, Mulder! ik heb noch den geest krachtig, noch het hart warm genoeg, om beide bij u te bevredigen; maar rein zijn toch de vriendschap en dankbaarheid, die mij bezielen en gij zult ook de kleine bron niet versmaden, wanneer ze u frisch en helder water biedt.

Ik herinner mij den ouden Mulder, met den geverfden hoed en de korte broek; hij voer altijd de volste schuiten; den langen Rietheuvel; hij was befaamd in het redden van drenkelingen; en zijn broeder, die "de Mottige" genoemd werd, die wel niet al het statige van den schippersstand had, maar een aardige, praatzame grappenmaker was, die een anecdote uit kon rekken, zoo vele bruggen ver als gij verkoost.

"Wanneer komt de knecht terug," dacht hij. "Als de knecht terugkomt, zal ik weten, waarom mijn molen draait." Hij hoorde de voetstappen van den knecht dichterbij komen, zwaar en langzaam als die eens kettinggangers. De man bleef voor zijn heer staan, het hoofd gebogen. "Wat is er met den molen?" vroeg de mulder heesch. De ander gaf geen antwoord: hij strekte slechts zijn armen uit.

Men noemt iemand: "Jan van Piet", of "van Pieten"; "Klaas van Trijn", of "van Trijntjes"; men spreekt van "Dirk den Schilder", "Jan den Mulder", "Willem den Slager"; men heet iemand "Klaas van den Molen", "Jan van de Brug"; en vooral in het Oosten en Zuiden van ons land duidt men iemand gaarne aan door den naam der hoeve, waar hij geboren is: "Zandhof Willem". "Kees van den Krom" is Kees, wonende bij een kromming van den weg, en in "Mottige Willem" dient de spotnaam als herkenningsnaam en is op weg naar den geslachtsnaam.

Maar ik zie onder u nog een' vriend, een' leermeester van latere jaren, wiens naam luide weergalmt in de tempelen der wetenschap, wiens geest kracht heeft en moed, wiens hart gloeit voor wat goed en edel is. Ik weet het, Mulder! gij zijt afkeerig van openlijk huldebetoon. Wierook-walmen stijgen niet tot u op.

"Maar zie, in den stipel, daar was een gat In den stipel, die in de benedendeur zat, Daar kroop 't wolkje zachtjes in, De Lappe zag 't en met een houten pin Sloeg hij 't wolkje in het kleine gat, Tot de Zwarte Dood gevangen zat." De Gierige Mulder

Ik heb er mijn vader zoo dikwijls over hooren spreken, vroeger; neen, 't is toch niet heelemaal weg te redeneeren. Als er vroeger heksen waren, zie ik niet in, waarom ze er nu niet meer zouden zijn. Verbeeld je, dat zoo 'n heks nu eens op een bezemstok door de lucht kwam aanvliegen, en hier door den schoorsteen...." Op eenmaal werd Mulder doodsbleek en keek hij met strakke oogen naar het vuur.

Lantaarnopsteker: Ik kom aan, Ik zet neer, Ik kruip op, Ik steek aan, Ik ga neer, Ik neem op, Ik ga heen. Jantje komt, Jantje komt, Jantje de lanteernman! Vroeg en laat Op de straat, Om te zien, hoe alles gaat. Molenaar: Mulder, mulder, korendief, Groote zakken heeft-ie lief, Kleine wil-ie niet malen, De duvel zal hem halen! Soldaat: Soldaat Kameraad, In de Peperstraat!

Daar heb je bij voorbeeld Mulder, die alleen is rijk genoeg om...." "Mulder?" riep de oude vrouw, "Mulder? Praat me niet van Mulder, want die kent geen medelijden. 't Is mijn eigen huisbaas, en van middag is hij nog hier geweest, om de huur van vijf weken te halen.

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek