Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Het was jammer dat de verlichting veel te wenschen overliet, anders had men heel wat verbaasde gezichten kunnen zien. De Kodscha Bascha was blijkbaar met zijn houding verlegen. Toen fluisterde de Mubarek hem een paar woorden in het oor, waarna hij de Khawassen beval: Neemt hem gevangen en sluit hem in den kelder! Hij wees daarbij naar mij.

Maar ik geloof het wel, want hij heeft ook den overman verleid om omtrent mij een onware getuigenis af te leggen. Is dat waar? Deze vraag was gericht tot den overman, die nu van meening was, dat de Mubarek hem geen kwaad meer kon doen en dus vrijuit vertelde, dat deze hem de les had voorgezegd. Gij ziet, aldus wendde ik mij tot den Bascha, dat ik dezen man geenszins naar het leven heb gestaan.

Kreten van afkeuring gingen nu uit de menigte op, maar boven alles uit, klonk de stem van den Mubarek. Hij was opgestaan en strekte de hand naar mij uit. Hij is een Giaur, een ongeloovige hond. Ik vervloek hem. Moge de hel zich voor hem openen en hem verslinden. De booze geesten zullen...

Op hem valt niet te rekenen. Neen, nu niet meer, was ook Mubarek van oordeel. Maar hij heeft mij gedreigd. Ik zal zorgen dat hij geen kwaad meer zal kunnen doen. Wilt gij hem doen sterven? vroeg Manach el Barscha. Wat ik zal doen, weet ik nog niet. Maar wij hebben hier weer een bewijs te meer voor de noodzakelijkheid om dezen Duitscher op te ruimen. Ook zijn makkers moeten sterven.

Wanneer gij de dieven gevangen wilt nemen hebt gij maar naar boven op den berg te gaan. Hij keek den Mubarek aan, en deze beantwoordde dien blik. Het scheen mij alsof die twee het met elkander eens waren. Die tocht zou tevergeefs zijn, Heer! zeide hij. Ik ben van het tegendeel overtuigd, en ik zeg u dat wij niet alleen de dieven maar ook de gestolen voorwerpen zouden vinden.

Dat niet, maar wij hoorden dat daar den vorigen nacht zulk een hevige brand heeft gewoed. Hevig? Volstrekt niet. De halve stad moet afgebrand zijn. Die u dat verteld heeft, is een groote leugenaar. Er is brand geweest, dat is waar, maar volstrekt niet hevig en niet in de stad. Waar dan? Boven op den berg. Maar daar staat toch geen huis? Neen, wel een hut. Misschien die van den ouden Mubarek?

Het was Nohuda, de Erwt; zij kwam nu naderbij, nam mij den armband uit de hand, bekeek dien en riep uit: Allah! het is de mijne. Het is een erfstuk van een mijner vrouwelijke voorouders. Bekijk hem en overtuig u dat hij inderdaad mij toebehoort. Zij reikte hem haar man. Bij Allah, het is de uwe! erkende hij. Bedenk u dus eens, Nohuda, of de Mubarek omstreeks dien tijd bij u is geweest, zeide ik.

Voorop gingen eenige Khawassen, dan volgde de Bascha met de overige rechters, daar achter de Mubarek tusschen Osko en Omar, wie ik zijn bewaking had opgedragen; vervolgens kwam ik met Halef en de beide zwagers, de herbergiers, terwijl daar achter alle bewoners van Ostromdscha, mannen en vrouwen, oud en jong volgden.

Wat zult gij nu doen? Hij krabde met beide handen zijn hoofd en antwoordde ten laatste: Geef mij een goeden raad. Gij zijt ambtenaar en moet zeer goed weten, wat uw plicht is. Mijn raad hebt gij niet noodig. Ik zou wel weten, wat te doen, als gij niet een groote domheid hadt begaan. Waarom hebt gij den ouden Mubarek maar in den arm geschoten? Kondt gij niet op zijn hoofd of borst mikken?

Wat zij met elkander verhandeld hebben, weet ik niet; maar hij is dikwijls naar boven op den berg bij den Mubarek geweest en die kwam des nachts vaak bij ons. Hebt gij de gevangenen vandaag gadegeslagen? Ik heb hen gezien. Kent gij hen? Slechts een hunner, die vroeger wel af en toe hier kwam. Welken? Wellicht Manach el Barscha. Ik weet zijn naam niet.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek