Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Mubarek had hem op de korrel, toen hij het hoofd door het luik stak. Ik mag vervloekt zijn, als ik hem niet getroffen heb. Ik kan hem niet gemist hebben. De monding van mijn geweer was geen twee armlengten van zijn hoofd af, dat wij duidelijk zagen. Wij hebben allebei hem getroffen.
Daar waren zij te paard twee links en twee rechts van den weg en Mubarek stond bij hen. Wij trokken met Janitzaren-muziek tusschen hen door. Het is geen kleinigheid, twee lijken uit een stik donker bosch te halen; zij liggen nu in het voorvertrek. Met een handbeweging wees hij naar de deur. Ik antwoordde: Alles wat gij mij verteld hebt, wist ik.
Halef strekte de armen uit en gaf te kennen: Sihdi, ik voel de zoldering! Spreek zachter! Er kon iemand bij staan. Neem nu de lantaarn! Ik zag boven in den hoek, waar Mubarek verdwenen was, het licht-fleschje schemeren. Halef hield het in zijn linkerhand, terwijl hij met zijn rechter de zoldering onderzocht. Zij bestaat uit sterke boomstammen, fluisterde hij. Het valluik is van planken gemaakt.
Zoodra het ons blijkt dat zij zijn gaan slapen, gaan wij aan den gang. Zoo denk ik er ook over, zeide Habulam. Ik heb nog een en ander te doen en ga dus weg. Humun gaat natuurlijk met mij; ik zal hem van tijd tot tijd naar u zenden, om te vragen of wij beginnen kunnen. Hij stond op, om weg te gaan. Wacht nog een oogenblik! verzocht Mubarek. Ik wilde u nog over iets anders spreken.
Ik liet dat doen, want daardoor had ik onderweg de vrije beweging van mijn armen, tegen wie mij zou willen overvallen. Ik nam nu mijn twee geweren bij mij, en wij vingen den terugweg aan, nadat wij het vuur hadden uitgedaan. Eerst nog hadden wij Mubarek los gemaakt, die nu, bevrijd van het touw waarmede ik hem had gebonden, op kon staan en in de rotsholte heen en weer kon gaan.
Hoe weet gij dat? Ik heb het gezien, en zelfs gehoord wat zij spraken. Hoezoo? Daar boven op den berg, bij de hut van den Mubarek. Sihdi; zeide Halef. Wij moeten weg, onmiddellijk weg, den berg op; neerschieten moeten wij hen, anders wagen wij ons leven! Wacht, eerst moeten wij alles weten. Nebatja, vertel ons eens hoeveel er waren. De drie vreemdelingen, de Mubarek en de Kodscha Bascha. Wat nu!
Men had hem de handen op den rug gebonden. Wat is dat? Wat heeft de man gedaan dat men hem heeft gebonden? vroeg ik. Wie heeft daartoe het bevel gegeven? De Bascha schudde vervaarlijk met het hoofd en zeide: De Mubarek wilde het zóó! Dus moet de Kodscha Bascha doen, wat de Basch Kiatib beveelt? En gij zegt nog wel, dat gij de wetten hebt bestudeerd!
De Mubarek niet, maar de kreupele. Hij werd binnengeroepen om wat eten in ontvangst te nemen. Ik had mijn sierraden op de tafel liggen en bergde die in een kastje weg. Dat heeft hij gezien. En toen ik een paar dagen later er naar keek, was de armband verdwenen. Nu, nu kent gij den dief! Ja hij is het! Hij had hem! Het is bewezen. O schavuit, die gij zijt! Ik zal u de oogen uitkrabben. Ik zal
Zij was zeker volkomen van alles op de hoogte. Getir Aktsheji. Breng het geld, beval ik haar op denzelfden barschen toon. Ne asl aktscha, welk geld? vroeg zij aarzelend. Dat wat uw man van den Mubarek heeft gekregen. Waar is het? Gauw wat! hernam de rechter. Hij deed daarbij moeite, om een even barschen toon, als ik aan te slaan.
Hebt gij ooit den bedelaar en den Mubarek tegelijk gezien? Zeker niet, want dat was ook niet mogelijk, daar het een en dezelfde persoon was. En heeft de Mubarek zich niet het eerst vertoond, toen ook de bedelaar in den omtrek kwam? Deze laatste argumenten schenen wel het meest overtuigend te zijn, want van alle kanten hoorde men goedkeurende en toestemmende uitroepen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek