Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 oktober 2025
Daarom verzocht hij stilte en bracht de hongerigen bij uwe vleeschkisten. En hij verzocht te kisten te openen en het vleesch rond te deelen. Maar och, alle kisten waren leeg. Er was geen vleesch. Zij stonden sprakeloos daar het volk bang was en in de stilte sprak ik "Moosu waar is het vleesch? We weten dat er vleesch was.
Ik stookte Neewak en Tummassook op, hun wijzende op hunne traditioneele rechten, doch Moosu won hun aan zijn zijde door het priesterschap af te kondigen waarbij hij aan de twee hooge ambten gaf.
Maar Moosu, die opperpriester is en die wijzer is dan wie ook, is zoo geschapen dat hij met zachte rechtvaardige hand kan regeeren. En omdat de dingen gebeurd zijn als ik heb gezegd, doe ik afstand van den troon ten behoeve van Moosu die alleen weet hoe u te voeden terwijl er geen vleesch is in het land.
En van al hun jachtbuit kreeg ik het leeuwenaandeel en dat pakte ik in. Maar Moosu zat ook niet stil. Hij maakte een spel kaarten uit boombast en leerde Neewak pandoeren. Ook den vader van Tukelikete wijdde hij in. En op een goeden dag trouwde hij haar en den volgenden dag trok hij in de hut van den medicijnman, de mooiste hut van het dorp.
Toen alles gereed was, zei ik tot Moosu: "Ga naar het opperhoofd en zend hem mijne groeten en vraag hem in mijn hut met mij en de Goden den nacht te komen doorbrengen. Het brouwsel was gezellig aan het pruttelen toen zij naar binnen kropen en ik hoopte maar steeds ijs om de loop. Uit het ondereind druppelde langzaam de drank in de ijzeren pot.
Maar Moosu rende naar zijn hut en daar hij niet dronken was zooals de anderen, konden ze hem niet inhalen en toen ik weg ging werd hij in zijn hut belegerd." Ik beval Angeit terug te gaan met een leege slede en de honden en zei hem onverwacht voor het volk het in de gaten had Moosu uit zijn hut te halen, op de slee te gooien en hem bij me te brengen.
En de medicijnman heeft twee kisten tabak. En wat hebben wij? Niets! Niets!" Maar ik was sprakeloos door wat hij zei over tabak en antwoordde niet. Doch Moosu begon uit zich zelf op nieuw. "En daar is Fukeliketa, de dochter van een groot jager, een welgesteld man. Een aardig meisje, ja een heel lief meisje.
Nu gebeurde het dat ik me aangetrokken gevoelde tot Klutktu, de jongste dochter van Tummassook en ik was haar ook niet geheel onverschillig. Daarom begon ik te onderhandelen doch het gewezen opperhoofd weigerde botweg, nadat ik de koopsom betaald had en vertelde me dat hij haar hield voor Moosu.
Hebben wij het wild niet zelf geschoten en het vleesch hier naar toe gesleept. En niemand heeft er van gegeten. Waar is het vleesch, Moosu? Gij hebt het gehoor van God. Waar is het vleesch?" Het volk schreeuwde en brulde om het vleesch. En zij staken de hoofden bijeen en waren bang.
"Het opperhoofd heeft een koperen ketel en een oliekan" zei ik, terwijl ik Moosu een grooten steen in de hand gaf. "Het dorp is in rust en het is donker. Kruip nu stil in de hut van het opperhoofd en sla hem zoo hard je kunt met den steen op zijn maag. En moge de gedachte aan het vleesch en al het goede voedsel dat ons in volgende dagen wacht je kracht geven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek