United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar Moosu rende naar zijn hut en daar hij niet dronken was zooals de anderen, konden ze hem niet inhalen en toen ik weg ging werd hij in zijn hut belegerd." Ik beval Angeit terug te gaan met een leege slede en de honden en zei hem onverwacht voor het volk het in de gaten had Moosu uit zijn hut te halen, op de slee te gooien en hem bij me te brengen.

Slechts enkelen bleven mij trouw, van welke Angeit de voornaamste was; terwijl Moozu de grootste aanhang had en bovendien praatjes rond strooide dat ik van plan was hem zijn macht te ontnemen en met niet echte Goden een nieuwe godsdienst wilde stichten.

Toen alles op was zond ik Angeit en mijn andere getrouwen, die ik in 't geheim steeds te eten had gegeven rond om een vergadering bijeen te roepen. Het volk kwam voor mijn hut, waarachter de hoog opgestapelde kisten vleesch zichtbaar waren. Moosu kwam ook en nam plaats tegenover mij, begrijpende dat ik iets wilde uithalen doch vast besloten mij te overwinnen.

En terwijl ze buiten luidruchtig werden van den drank die naar hun hoofd steeg, hield ik binnen krijgsraad met Angeit en de andere getrouwen. Ik zei hun wat ze te doen hadden en zegde hun voor wat ze moesten vertellen. Daarna pakte ik ongemerkt mijne biezen en bleef op een afgesproken plaats in het bosch wachten waar reeds twee goed beladen sleden, met de beste honden bespannen, gereed stonden.

Eerst vocht Esauetuk met Kluktu en daarna beide tegen Tukeliketa, en toen vielen de drie vrouwen samen Moosu aan en gooiden hem uit zijn eigen hut waarop hij door het volk bespot werd omdat hij zijne vrouwen niet baas kon. Tenlaatste kwam Angeit vertellen dat Moosu in het nauw zat. Ze begonnen met om eten te roepen en vroegen de vervulling van zijn voorspelling hun vleesch te geven.

Moosu ging, doch ik bleef achter, de hut vol rook van de tabak van den medicijnman; want de zaken waren slap dien avond en niemand kwam in mijn hut behalve Angeit een jeugdig jager die vertrouwen in mij had. Later op den avond kwam Moosu terug, zijn stem dik van 't grinneken en zijn oogen stralend van pleizier.

Ik wachtte tot Angeit terug kwam met Moosu op de slee en ik zag aan de krabbels welke hij op zijn gezicht had dat zijne vrouwen hem geducht te pakken hadden gehad. Zoo gauw hij me zag viel hij voor me op de knieen, terwijl hij om vergiffenis smeekte. Ik pakte hem beet, gooide hem voorover op de slee en nam de hondenzweep in mijn hand.