United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar ik ben haar onwaardig en zij zal gaan van de hut van haar vader naar de hut van Moosu. Kan de maan schijnen in het schijnsel van de zon? Doch Tummassook kan zijne goederen behouden en zij zal een gift zijn aan Moosu, die door de Goden als haar Heer bestemd is.

En nog zou ik koning zijn, als de tabak niet was op geraakt en als Moosu een grooter domoor en een minder groote schavuit was geweest. Want hij had een oogje op Esanetuk, de oudste dochter van Tummassook, en ik weigerde mijn toestemming. "O, broeder," zei hij, "je sprak over een plan om nieuwe instellingen in te voeren onder het volk en ik heb geluisterd en ben wijzer geworden door uwe woorden.

Daarom ging ik vlug voort: "Ik zag mijn onwijsheid in en de wijsheid van Moosu. Ik zag mijn onbekwaamheid en de bekwaamheid van Moosu. En daarom beken ik, nu ik niet meer gek ben, dat ik geheel verkeerd gehandeld heb. Ik sloeg ongerechte blikken op Kluktu en zij was bestemd voor Moosu. En is ze niet van mij, daar ik toch Tummassook de koopsom betaalde?

Mijn maag roept om vleesch en om thee zooals Tummassook drinkt en ik verlang zoo naar de tabak van Neewak, den medicijnman die plannen smeedt om ons te vernietigen. Ik heb meel om ziek van te worden en suiker en stroop in overvloed maar het hart van Moosu is bedroefd en zijn bed leeg." "Zwijg!" antwoordde ik, "jij bent een stommeling en een idioot.

En zoo'n toevloed ervan kwam binnen dat ik Moosu order gaf een schuur te bouwen om alles in te bergen want er was spoedig geen plaats meer in de hut. Er gingen geen drie dagen voorbij of Tummassook was bankroet. De medicijnman die er voor gezorgd had dat hij na den eersten nacht nooit meer dan half dronken werd, hield me goed in de gaten en hield dit een week lang vol.

De kaarten van Moosu werden nagemaakt en de jagers begonnen onder elkaar te kaarten. Tummassook ranselde zijn vrouw af en op zijn beurt deed zijn zwager het hem en maakte het opperhoofd voor zijn volk tot schande. Natuurlijk kwam er door al de uitspattingen niets van den jacht en er ontstond hongersnood.

"Neen, ze zijn boos en opgeblazen en het opperhoofd Tummassook heeft Neewak bijna gekeeld en bij het gebeente van zijn voorzaten gezworen hem niet weer aan te kijken. Want hoort! Ik ging naar de hut en het brouwsel pruttelde en borrelde en de stoom kwam uit de tuit als de stoom van uw brouwsel en evenals bij u kwam onder uit de pijp vloeistof en werd opgevangen in een pot.

Maar ik begon eerst te onderhandelen en voor zij proefden had ik Tummassook zijn ketel en kan afhandig gemaakt en had ik Ipsukuk beroofd van haar suiker en stroop en de andere lijdenden van een goed deel van hun meel. De medicijnman gluurde valsch naar het volk rond mij, hoewel hij zijn verbazing moeilijk verbergen kon.

Ik stookte Neewak en Tummassook op, hun wijzende op hunne traditioneele rechten, doch Moosu won hun aan zijn zijde door het priesterschap af te kondigen waarbij hij aan de twee hooge ambten gaf.

En Neewak liet ons drinken en brr, het was niet als uw drank want het beet niet op de tong noch prikkelde de oogen, want het was water. Zoo dronken we, en we dronken te veel en toch zaten we met koude harten. En Neewak was verstomd en een donkere wolk kwam over zijn gezicht. En hij nam Tummassook en Ipsukuk terzijde en verzocht hun te drinken, als maar te drinken.