Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juli 2025


De intendant, die er uitzag bleeker en geler dan een meisje dat het oude vrijstersleven moe is, kwam met uitgespreide armen op Melendez toe; de koopman spreidde ook zijn armen uit en zij omhelsden elkaar met meer aanstellerij dan natuurlijke vriendschap. Daarna kwam het gesprek op mij.

Ik had tweemaal ondervonden dat, al liet zij onschuldigen niet sterven, zij door de zonderlinge wijze waarop zij de wetten der gastvrijheid toepaste, het altijd treurig is met haar in aanraking te komen. Ik raadpleegde Melendez, doch hij wist mij geen raad te geven.

"Mijnheer," zei de intendant, "hier stel ik u een jongmensch voor die de betrekking zou kunnen vervullen van hem, die u gisteren hebt weggejaagd. Melendez, een zaakwaarnemer, staat voor hem in; hij verzekert mij, dat het een verdienstelijke jongen is en ik geloof ook dat u wel tevreden over hem zult zijn."

Juist kwam deze binnen en Melendez zeide, mij aanwijzend: "Mijnheer, dit is de jonge man waarvan ik u gesproken heb. Het is een eerlijke jongen van goede zeden; ik sta voor hem in als voor mij zelven." De edelman keek mij doordringend aan, zeide dat mijn gezicht hem beviel en dat hij mij in zijn dienst nam.

Had mijn nieuwe meester mij bij Melendez goed bekeken, zoo beschouwde ik hem thans op mijn beurt met veel attentie. Hij was ruim vijftig jaar, koel en ernstig; hij scheen mij zachtaardig van karakter en mijn oordeel over hem was niet slecht.

Ik geloof trouwens, dat het mij niet moeilijk zal vallen je goed geplaatst te krijgen." Ik nam het aanbod van Melendez met blijdschap aan, maar ik was hem niet lang tot overlast. Na een week zei hij tot mij, dat hij over mij had gesproken met een van zijn kennissen, die een kamerdienaar noodig had en dat die post mij naar alle waarschijnlijkheid niet zou ontgaan.

Ik vond dit nieuwe leven heel aangenaam. En nog vermakelijker was, dat ik den naam van mijn meester niet eens wist. Melendez wist hem niet eens. Hij kende hem als een heer, die af en toe in zijn winkel kwam en wien hij dan wel eens laken verkocht. Onze buren konden mijne nieuwsgierigheid ook al niet bevredigen.

"Mijn jongen, ik dacht niet dat je zoo geslepen was, ga nu heen, ik geef je je congé, een jongmensch dat met alguazils omgaat, is niet in mijn smaak." Ik ging dadelijk aan Melendez deze slechte tijding meedeelen, die om mij te troosten, beloofde mij in een beter huis te doen treden.

Ik nam mijn intrek bij den kleinen barbier, met wien ik langzamerhand een duurzame vriendschap was gaan sluiten. Ik stelde mij bij hem meer genoegen voor dan bij Melendez. Daar ik geen gebrek had aan geld, maakte ik geen groote haast met het zoeken naar een andere betrekking. Ik wilde slechts dienen bij deftige menschen en ik was besloten eerst goed uit te kijken, welke betrekking men mij aanbood.

Rodriguez nam mij van het hoofd tot de voeten nauwkeurig op en zei daarna, dat ik juist de persoon was dien don Mathias noodig had en dat hij zich gaarne ermede belastte mij aan dezen heer voor te stellen. Daarna deed Melendez uitkomen hoeveel belang hij in mij stelde en hij vroeg den intendant mij zijne protectie te geven.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek