Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 november 2025


Sommigen schatten die op 2 meters in de eeuw, en beweren, dat Normandië en Bretagne in tien eeuwen 20 meters zullen gedaald zijn, dat alle havens aan het kanaal en aan den Oceaan zullen verwoest worden, en dat later Parijs eene zeestad zal worden, om nog later, over een twintigtal eeuwen, onder het water te verdwijnen; anderen daarentegen zijn van meening, dat dit nog wel zevenmaal langer zal duren.

De heer Aymé, de amerikaansche consul te Merida, loochent dit laatste; en daar de kalk verdwenen is, kan ik hem niet met de stukken overtuigen, en moet wachten tot eene nieuwe ontdekking de juistheid mijner meening bewijze.

Het volk meent, dat hij de Kwartels aanvoert en regeert; ook de Grieksche jagers beweren stokstijf, dat bij iedere vlucht Kwartels zich als aanvoerder een Kwartelkoning bevindt. Het is niet bekend, hoe het volk tot deze meening gekomen is, daar onze Vogel in aard volstrekt niet op den Kwartel gelijkt en niet eens in denzelfden tijd als deze trekt.

Goudsmit, die namens de Nederlandsche delegatie de tafelspeech hield, dit op zoo onverbeterlijke wijze deed, dat algemeen de meening werd uitgesproken, dat de Hollanders, als altijd op zulke congressen, de eer van hun land meesterlijk wisten op te houden.

Er moest iets zijn buiten de zichtbare wereld, oneindig grooter en beter dan al het zichtbare. Maar hij hield niet van redeneeren met haar. Hij had haar lief, dit wist zij en dat was genoeg voor haar en voor hem. Hij liet haar de vrijheid, om te bidden en te denken zooveel zij woû. Daarin moesten zij ieder maar hun eigen gang gaan. Maar zij was van een heel andere meening.

"Alzoo," zegt Witsen, "is mijnheer ook de meening toegedaan van hen, die beweren, dat er eene onderneming tegen Engeland op til is?" "Wat mijne meening aangaat," zegt Appelman, "die is, dat de Heer Witsen beter dan iemand mij zeggen kan, of zulk een vermoeden juist is of niet.

Toen ik den ongeleerden jager maar hij was wijs waar het de bosschen betrof naar de reden vroeg van Whitooweeks geparadeer in dit jaargetijde, nadat de gezinnen uiteen zijn gegaan, had hij geen meening of verklaring. "Och, zoo'n gekke manier van doen, net als van de meeste vogels, maar nog gekker" zei hij en daar liet hij 't bij.

Och, och, dat een toch zoo zeer talentvol schrijver als de heer Timmerman, die plastisch, dramatisch en psychologisch zooveel in zijn mars schijnt te hebben, maar niet heeft begrepen dat hij zijn kunst een brevet van onvermogen uitreikt, door telkens en telkens weer allerlei tendenz in ellenlange betoogen en onnatuurlijke dialoog in zijn werk te wringen, in stede van zijne beeldingen gelijk het leven zelf door hun wijze van zijn, natuurlijk voortvloeiend uit hun aarden uit de omstandigheden, vóór of tégen iets, al naar de lezersgeest hen opvangt en verwerkt, van zelf en zelf een of andere meening te laten suggereeren of bewijzen.

En zich oprichtende en met beide handen zijn voorhoofd bedekkende, riep hij luider, terwijl hij Geurt strak in de oogen zag: "Zeg, geef jij 'm den genadeslag ? Dan gaan we samen, nietwaar ouwe weerlich?" Geurt zag op het dier en diens hijgenden meester neer, en waagde het niet zijn meening te uiten.

Het type is niet bijzonder mooi, ik bedoel, niet erg fijn; maar schoonheid is een zaak, die moeilijk uit te maken is, en tot veel verschil van meening aanleiding geeft. Ziet men niet dagelijks de menschen bewonderend stilstaan voor de schilderijen van Rubens, alles vleesch, want men weet, dat hij bijna niet anders dan dikke Vlamingen op zijn doeken bracht.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek