Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 mei 2025


Naar de meening van doctor Hamy, waarmede ik mij geheel kan vereenigen, stellen de beide beelden den tolteekschen god Tlaloc voor, den god van den regen en den overvloed. Een enkele blik op de beide beelden is voldoende om ons te overtuigen, dat zij denzelfden persoon moeten voorstellen.

"Nu, doe me dan het genoegen hem te laten halen. Ik vind 't zoo verschrikkelijk niet, dat hij zich schuil gehouden heeft, want hij schijnt in de meening verkeerd te hebben, dat hij zou gehangen worden. Ik moet den jongen noodzakelijk zien."

Naar mijne meening zijn de Padangsche Bovenlanden en de Preanger Regentschappen beide zeer mooi, doch met elkander niet te vergelijken, omdat zij beide zoo geheel iets anders zijn. Van beide kan men zeggen, dat zij liefelijk mooi zijn, doch beide missen een grootsche natuur.

Nog sterker dan op Sardinië is men daar van meening, dat de belangen van de familie, van het geslacht, de clan, op maatschappelijk en financieel gebied moeten gaan voor die van ieder ander en de tijd heeft dat beginsel nog dieper doen wortel schieten.

«Broederen," zei hij, «ik drukte de meening uit, die in mijn gemoed was, en ik ben dankbaar, dat ik haar onder woorden gebracht heb, want het spreken heeft mij verlicht en u goed gedaan. Ik neem nu terug, wat ik zei: ik was een weinig moedeloos.

Dus ook heeft de scheidsrechter de spelers tegen hun eigen spel te beschermen. Dit is tenminste de meening van de bewerkers van het spelreglement. Te bejammeren vind ik het, dat de heer Groothoff deze opvatting bestrijd.

Dat feit was naar zijn meening reden genoeg voor rust, en zoolang de regen aanhield, konden de bedienden niet tot werken worden gebracht en zaten maar te hangen over het vuur en te rillen. Dadelijk toen de regen ophield en de zon weer scheen, waren ze weer normaal.

Maar energie is gegrond op liefde; en liefde laat zich niet dwingen en niet bevelen. Dit meisje heb ik nu eenmaal lief en ik weet zelf niet waarom." En weer zag zij Lewin aan. Haar glimlach en haar blik, alles zeide hem, dat zij eigenlijk slechts tot hem haar woorden gericht had, dat zij slechts aan zijn meening hechtte en van te voren wist, dat zij beiden elkander juist begrepen.

Het op miauwen gelijkende geschreeuw van den Buizerd bootst hij op de meest volkomen wijze en zoo geregeld na, dat men in twijfel blijft verkeeren, of hij op deze wijze vreemde, dan wel eigen waren aan de markt brengt. Voor de eerstgenoemde meening pleiten verscheidene andere feiten van denzelfden aard.

Door dit feit moet men wel tot het besluit komen, dat zij al sinds oude tijden het land bewonen. Het volksgeloof bevestigt die meening.

Woord Van De Dag

ach-stv

Anderen Op Zoek