Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 juni 2025


Grootmoeder zuchtte: "Treurig, zoo treurig." "Toen kon u nog loopen, grootmoe, langs 't strand en met die groote ben met visch naar de stad. Ik weet 't nog goed." "Ja, je weet 't nog goed," bevestigde grootmoeder en veegde een traan af, die langs haar magere, bruine wang liep. "Maar toen ze je grootvader dood thuis brachten, toen ben ik zoo geschrokken en toen kon ik later niet meer loopen."

Pieter zou vóór mij gaan zitten, en dan op de zijbankjes, bij zijn rechter knie, het mooie lieve Koosje, zijn eerste liefde, en bij zijn linker de "magere ende zeer leelijke van gedaante, rank van vleesche, en wier gelijke in leelijkheid niet gezien was in den ganschen Egyptenlande", met de gitaar onder de bank.

Die woorden hadden ten gevolge, dat de menigte kalm werd, hoe dicht en woelig ze ook was geweest; en naarmate wij ons geneigd toonden weg te gaan, maakte de vijandigheid plaats voor welwillendheid, en een grijsaard, een bijna honderdjarige, die vernam, dat mijn vader de vriend was geweest van de priesters, ging op een hoogte staan, waar zijn kinderen hem ondersteunden, en breidde zijn lange, magere armen uit, om ons te zegenen.

En zonderling, als het licht werd aangestoken, dan was het maar een dun, oudachtig mannetje, die met zijne magere handen op eene oude vedel speelde. Dan was de betoovering gebroken. Was dan de wellust, die de, ziel genoten en de ideale kring, waarin zij eene wijle vertoefd had, ijdel en dwaas geweest? Men zou evengoed kunnen zeggen, dat de viool van mijnheer Tjilp niet bestond.

In gleuven en spleten schuilt eenig laag struikgewas, en boven langs den rand der klippen steken enkele magere dennen tegen de lucht af. Iets verder zien wij een groot rotsblok midden in de rivier gelegen. Op den top verheft zich een kleine "cairn", een hoop steenen, waarop een paal staat met een paardenschedel.

Nu eens was het een Vlaamsche, dan weer een Walin, nu eens een blonde, dan weer een bruine of een zwarte; nu eens een struische, dan weer een magere; en nu eens eene die men mooi vond en dan weer eene die men leelijk vond; maar één eigenschap hadden zij allen gemeen: dat ze vrij jong waren. Zij bleven een min of meer langen tijd en vertrokken, en nooit hoorde iemand er nog iets van.

Met veel moeite deed men het gevallene opstaan, en bracht men beide opstal. "Jongen! dat is jammer! Ik hoop, dat het den beestjes geen kwaad zal doen! Zij hadden zich zoo mooi gekweten! Je bent den ander toch vooruitgebleven! 't Mag wezen hoe 't wil: 't is beter, dat ze crepeeren, dan dat die magere knol je voorbij ware gereden, enz. enz."

Het werd, voor den generaal en de twee dames, hoe langer hoe gecompliceerder en ellendiger. Wie moesten ze nu eigentlijk gelooven: de dikkerd en de blonde magere, of de donkere, ernstige man? Klaar hoe dan ook, ellendig was 't in elk geval, aangezien de arme Rikiki, op zijn best genomen, althans gedurende zes weken zou in quarantaine gehouden worden. Zes weken quarantaine!

"Uwe grootmoeder is zeer boos, dat gij niet te huis waart, zóó boos, dat ik maar aanstonds hier heen ben geloopen, omdat mevrouw uwe moeder meende, dat gij wel weder naar den molen gegaan zoudt zijn, en Hendrik had geen tijd; hij moest brieven naar de post brengen." "Zeg het toch, Sanna!" bad Nelly, en zag de magere vrouw angstig aan, "is er iemand ziek, of zijn er slechte tijdingen gekomen?"

En de spiegels die de wanden versierden, weêrkaatsten de recht opschietende stokachtige zuilen, het spiegelbeeld van den een overgenomen door het tegenovergestelde glas, herhaaldelijk en herhaaldelijk, totdat de geheele zaal er in uitzag als het magere beeld van een oude ridderhal, met zijn lange zuilenrijen, ongezellig in hun eentonige perspektief.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek