United States or Saint Vincent and the Grenadines ? Vote for the TOP Country of the Week !


Paul was haar steeds nu te onrustig, dan te nerveus geweest, zoowel vroeger, in zijn telkens afgebroken juridische studiën te Leiden eindelijk, dank zij een weinig moreelen dwang van oom Verstraeten, met een promotie bekroond, als nu, wanneer hij 's avonds laat uit bleef, rages had van schilderen, tableaux-vivants en duetten of van luierend nietsdoen, waarin hij een geheelen middag over een sofa hing, met een boek, dat hem verveelde.

De vrouw des huizes, ouder gewoonte luierend, dommelde in een grooten leuningstoel.

In die groene weelde brengt de inboorling zijn dag door, een weinig arbeidend en veel luierend. Hij schiet op de groote duiven en de kleine papegaaien en nuttigt ze als welkome toegift bij de geroosterde yams. Tegen zon en regen waren beschuttende daken opgesteld, waar des middags allen samenkomen en eten en praten.

Deze paar stukjes papier met meisjes-opgewondenheid deden alles vrijelijk fantaseeren. Op een Donderdag-middag zou ze komen om vier uur. Het duurde nog twee dagen. Ze heette Antoinette. Luierend in mijn stoel, dacht ik over de kleinste, stilste diminutiefjes, droomde van een bijzonder kopje, met bijzondere oogen, met een bijzondere stem. Ze zou binnenkomen, verlegen.

Maar groote stadsdingen zijn niet alle belangrijk en rookend in een aangenaam-warme kamer, luierend in een luierstoel, neem je ook niet van alles notitie omdat het belangrijk is. De eene stoel was oud, maar goed onderhouden. De tweede hing wat schuin, de derde had een groot, rond, pluizig gat in de zitting. "Menschen, die d'r ouwe rommel an een sjaggeraar verpatsen," zei Peter. "Ja," zei ik.

Ik zie zelfs geen kans er een verhaal van te maken, niets dat op een lieve historie lijkt. Er werd simpelweg van een derde verdieping goed naar beneden gedragen. Als je voor een raam zit, gemakkelijk zit, warm zit, met een behoorlijke sigaar, en al luierend naar buiten kijkt, let je alles op. Eerst werd naar beneden gebracht een houten tafel, ontverfd, met schilvers van groen en rood.

Men rookt er nog lange pijpen, kolft er nog, en leeft er zonder hurrie en hoofdpijn, niet jagend van den eenen dag op den anderen niet luierend toch ook, maar voor alle dingen zich den tijd gunnend die er voor staat. Alles een gevolg der niet-aanwezigheid van den ijzeren weg.