United States or Tuvalu ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Ja, liefling, Tante zal spelen.« »Vaderzoo begon Coosje, »ons Prinsesje heeft mooie namen, vindt u nietMaria verstoute zich om gauw te antwoorden: »Mooie, mooie, Coosje? Zeg: heerlijke, dierbare, onvergetelijke, zuiver historische! #Juliana#, je zult het hooren is naar de stammoeder der beide takken Oranje èn Oranje-Nassau; Louise zal naar Louise de Coligny wezen.

"Hier heb je mijn woord," antwoordde Louise, terwijl zij Rodolphe haar frissche wangen toestak, die zoo maar in die prachtige rijpe vruchten van jeugd en gezondheid beet. Dol en dronken van liefde kwam Rodolphe weer op zijn kamer. "O," zeide hij, terwijl hij met groote passen op en neer liep; "dat kan zoo maar niet afloopen! Ik moet verzen maken."

Uw vader is toch geen horlogiemaker geworden? Clara. Wat een allerliefst patroon! Wat moet dat worden? Een lampekleedje? Caroline. Neen: een rand voor het tapijt van de groote zijkamer buiten. Clara. Hemel! welk eene onderneming! Een rand voor die groote kamer! Caroline. Maak je ook veel tapisseriewerk? Clara. Ik? Neen, waarlijk niet: ik heb geen tijd. En wat maakt gij Louise? Louise.

Reeds in de eerste weken van het huwelijk was het Maria Louise duidelijk geworden, dat al de verhalen over "dien afschuwelijken Keizer Napoleon" sterk overdreven waren geweest. Wat was dat een andere man, dan zij zich had voorgesteld; ja het werd zelfs zoo, dat haar vrees voor dien geweldigen "antichrist" in aanbidding verkeerde.

"Wat een roerend schouwspel!" zei Cécile zachtjes tot Louise, die met haar bij het raam stond. "Och, ik vind het eigenlijk heel aardig dat ze zoo blij is," fluisterde Louise terug. "En wat is ze er lief gaan uitzien, Cilly. Ze heeft zoo'n mooie kleur van haar gekregen en ik heb vroeger nooit opgemerkt dat ze zulke aardige oogen had." "Lieve tijd, Lou, ze kan best hooren wat je zegt.

Hier wordt ze met kanonschoten begroet en in het daarvoor bestemde paviljoen heeft de plechtige ontvangst plaats van de jonge Keizerin door den vertegenwoordiger van Frankrijk den Prins van Neuchatel, terwijl Caroline, de vrouw van Murat, de hooge eer te beurt valt, waarvoor ze bijzonder gevoelig is, om Maria Louise vandaar te vergezellen.

En boven de verdorvenheid der regeering en de liefelijkheid dezer volkskinderen troont de ware, begrijpende, edel willende mensch, koningin Louise, de Havelaarfiguur uit het drama. De bedrijven, waarin de koningin hare sociale idealen uiteenzet, heeft M. 't eerst geschreven en op lezingen voorgedragen.

's Avonds kwam, zooals ik naderhand hoorde, de Officier met twee witte mouwen op de sociëteit, en de sjaal van juffrouw Faribole was glad bedorven. Caroline. Foei! dat was toch wat te erg. Clara. Van wie is die koets, die daar voorbijgaat? Op dit oogenblik gaat een welgekleed heer in politiek, maar met knevels en eene militaire houding, voorbij en groet. Louise.

Papa Armelo, die in het benedenvoorkamertje een brief aan mama en Louise schrijft, ziet eensklaps op. Onder den bril door, naar buiten turend, meent hij dat zijn oude oogen hem bedriegen. Daar ginds, dicht bij den waterkant zag hij een blond jongmensch die, terwijl hij zich het zweet van het aangezicht wischte, aan een sjouwerman eenige inlichtingen scheen te vragen.

"En de feesten zullen elkander zoo spoedig opvolgen," zegt mevrouw Lens, terwijl zij de keurige met wit dons omzette sortie, door Louise Armelo gemaakt, een weinig lager laat zakken: "Tenminste ik heb mijn woord al moeten passeeren aan mevrouw Helmond voor ik meen den acht en twintigsten September." "Ja juist. Ik ben ook gevraagd!" klinkt het hier en daar. "Allerliefst!"