Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 oktober 2025
»Dan mogen we geen geweld gebruiken en het leven van beiden moet gespaard blijven," zei Lolonois. »Als het Spanjaarden waren, dan ..." Hier hield hij even op. Er heerschte nu weer een diepe stilte. Eindelijk vervolgde Lolonois: »Dat schip moeten we hebben, het mag kosten wat het wil. Maar geen geweld. Wie wil als matroos aan boord van dat schip gaan en zich laten aanmonsteren?"
Den volgenden morgen kwam Lolonois bij Van Halen en zei: »We hebben gebrek aan water en zijn dicht bij de groote bron. Als u dus het anker wilt uitwerpen, dan kunnen onze mannen de tonnen vullen." »Water, zoet water in zee?" vroeg de kapitein verwonderd. »Ja, niet ver hier vandaan borrelt uit den bodem van de zee bronwater op.
Maar het gevoel van overmacht, dat die vreemdeling al op hem had uitgeoefend en zijn nieuwsgierigheid naar wat er komen zou, maakten dat hij het raadzaam oordeelde, om bedaard en behoedzaam te werk te gaan. Eindelijk legde Lolonois de papieren bij elkaar en zei: »Zoo, vriend, is u daar nog? Welnu, ik ben klaar om naar u te luisteren."
Zoodra Lolonois een eind verder in zee was en zich buiten den kruitdamp bevond, die overal op de golven lag, zag hij vol ontzetting, dat de meeste schepen der Boekaniers omsingeld waren en in gevaar, genomen te worden. Hij was echter niet in staat te helpen en zoo moest hij met een gevoel van onmacht zien, dat er drie schepen veroverd en twee in den grond geboord werden.
Meer dan dertig van de jongste mannen traden onmiddellijk naar voren. Lolonois zocht er nu vijf en twintig uit en gaf hun uit de beurs die aan zijn gordel hing al het geld dat hij bezat. Toen beval hij hun, dadelijk in de stad de noodige kleeren te koopen om zich als matrozen te verkleeden en dan den volgenden morgen een voor een naar het Hollandsche schip te gaan en zich te laten aanmonsteren.
Meer dan de helft der Spanjaarden werd op een vreeselijke wijze verpletterd of verminkt. Ook Van Halen zelf werd zoo deerlijk gekwetst, dat hij bijna onkenbaar was. Toch schoot hij onmiddellijk toe om Lolonois te ontzetten.
Ja, onbeschrijfelijk was de geestdrift, waarmee Lolonois, de vorst der Boekaniers, die men dood waande, door zijn onderhoorigen werd ontvangen. Dit ruw en onverschrokken volk was van blijdschap buiten zich zelf; de genegenheid voor den buitengewonen man maakte die dapperen aan kinderen gelijk. Zij drukten zijn handen en kusten zijn kleeren, zij omvatten zijn knieën en vielen hem te voet.
Plotseling scheidden zich twee schepen, die vreeselijk door het vuur van de groote Engelsche fregatten geleden hadden. De Boekaniers die er op waren zetten alle zeilen bij en sloegen op de vlucht. Dit besliste alles. Lolonois die met onuitsprekelijke inspanning, volharding en doodsverachting tot nog toe het Spaansche fregat had mogen behouden, bemerkte met diep leedwezen wat er plaats had.
De eigenaar van het gebouw, een vent met een echt schurkachtig gezicht, nam gretig het kostbare voorwerp aan, kuste deemoedig de kleeren van Lolonois en verdween toen, om wijn en spijzen te brengen en zoodoende zijn gevaarlijke gasten in een goeden luim te houden. De mannen plaatsten zich daarop aan tafel met Lolonois aan het boveneind en deden zich aan den kostbaren maaltijd te goed.
Mijn mannen moeten u gehoorzamen als trouwe matrozen. Maar tijdens het gevecht zal ik bevelen en ik zal u zeggen, waarheen wij varen. Wilt u het op die voorwaarden met mij wagen?" "Aangenomen!" zei Van Halen en drukte de hem toegestoken hand. Lolonois nam zijn glas op, klonk met Van Halen en zei: »Welnu, mijnheer, laat ons dan, in nood en dood, goede scheepsmakkers wezen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek