Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 oktober 2025
Voor de deur zat een jonge vrouw en op het grasperk liepen drie kinderen te spelen. "Vrouw," riep de houtvester, "ik breng hier een jongen mee, die niet werken kan; maar die honger heeft. Heb je wat te eten voor hem?" De vrouw was dadelijk bereid, het hem te geven.
Rondom het huis stonden honderden menschen, die of te-paard den wagen van den resident hadden begeleid, of tot het gevolg der saamgeroepen Hoofden behoorden. De policie-en bureau-oppassers liepen bedryvig heen-en-weer. Kortom, alles toonde aan dat de eentonigheid op dat vergeten plekje gronds in den javaschen Westhoek, voor een oogenblik werd afgebroken door wat leven.
Op zoek naar lommer en naar liefelijke geuren, traden zij er in, zonder iets anders te zien dan lange dreven, die in alle richtingen naar Gent, Brugge, Zuid- en Noord-Vlaanderen liepen. Eensklaps sprong Uilenspiegel van zijnen ezel. Ziet gij daar niets? Lamme sprak: Ja, ik zie iets. En bevend vervolgde hij: Mijne vrouw, mijn goede vrouw! Zij is het, mijn vriend.
Zy lekte dezelve met haare tong op, naar maate zy voor haar henen liepen. Een andere kikvorsch sliep dagelyks op één der balken van myne wooning, en verliet dezelve doorgaans des nachts. De Negers noemden haar yombo-yombo, uit hoofde van de kracht, waar mede zy sprong.
De aanhangers van de verschillende literaire scholen sloten onderling vrede en liepen tegen de twee vrienden te hoop. Men beweerde dat de Duitsche literatuur in een stadium van verval verkeerde, en wenschte terug de gouden eeuw van Lessing. Zoo bleek dat de verschillende richtingsleuzen eigenlijk voorwendsels waren, die veel wansmaak moesten bedekken.
"Neen, verzekerde hij. De Heksenberg blijft daar achter stil liggen. Daar hebben ze genoeg aan. De mijn komt hier, vlak bij: hier achter die denneboomen." En gelijktijdig stonden zij op en liepen vóór 't boschje langs, waar ze den boortoren konden zien.
De Hollandsche soldaten, te weinig in getal om tegenstand te bieden, verlieten de hoeve in allerijl; het gezicht hunner vlucht trof ons met schrik; mijn broeder en ik, die nog altijd de obits in den arm droeg, wij liepen uit al onze kracht van de hoeve weg, en brachten in Borgerhout het nieuws van der Belgen zegepraal.
Met de komst der menschen werd het in het bosch weldra bedrijvig en vroolijk; vrouwen en kinderen, die met den vader waren meegekomen, zag men den ganschen dag voor de loodsen; kippen liepen er weldra rond en kakatoes en papegaaien slingerden aan hun stokken; armzalige gladakkers snuffelden naar alles wat van hun gading was; vuurtjes werden gestookt voor het klaarmaken van het middagmaal; de wasch hing aan de drooglijnen uit, en zoo gaf al dat menschelijk bedrijf aan die stille plek in het bosch een geheel ander aanzien, dan ik daar tot nu toe gewend was geweest.
Overal liepen ze rond op het schip; alles wilden ze zien en aanvatten en meenemen, zoodat het goed was, dat wij de hutten wijselijk hadden gesloten. Weigerden we iets, dan vleiden en streelden ze ons, die als zwakke kinderen naast hen waren. Maar ik maakte haast, om aan land te komen.
"Dat als alle eieren uitkwamen, vier kabeljauwen genoeg waren om Engeland, Amerika en Noorwegen van een voldoenden voorraad te voorzien." Terwijl wij strijkelings over de bank van Newfoundland heen liepen, zag ik duidelijk de lange zetlijnen, elk met tweehonderd haken, welke elk schip met een paar dozijn tegelijk uithangt. Elke lijn zat aan de oppervlakte der zee vast aan een groot stuk kurk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek