Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


Handenwringend smeekte Gertraud, zijn lieftallig dochtertje, hem, zich niet in het verderf te storten. Maar haar smeeken vond bij den verstokten vader geen gehoor. Daar verscheen op een dag de heer Koenraad van Isenburg op Stolzenfels, om van zijn kamerheer Gerhard Frundsberg rekening en verantwoording omtrent de Rijnbelasting te ontvangen.

De oude heer werkte zich mopperend met zijne breede schouders de hoogte in; zijn gelaat was rood onder zijn, achterop gezette, geruiten reispet, en hij blies als een triton. Bertie poogde lieftallig te glimlachen, innerlijk in hooge mate woedend over die onzinnige stijgpartij.

Hij zal u alle soorten van gekheden wijsmaken en u zeggen, dat uwe nicht leelijk is, maar hij bedriegt u. Theresia De Wit is een schoon, lieftallig en vroolijk meisje; en, mocht men de menschen aan bovennatuurlijke wezens vergelijken, dan zou men veeleer moeten zeggen, dat zij een engel is." "Een engel! Waar zijn toch uwe zinnen, vrouw," riep Jakob met verontwaardiging.

Wanneer men hen mag gelooven waren al deze "donna's" even lieftallig, schoon en deugdzaam, even "hoofsch". Dichterlijke idealiseering, wensch-fantasieën; zeker, maar nogthans waren deze vrouwen volstrekt niet geheel en al hersenschimmig, maar verbeeld naar het levend model, evenals die vrouwen wier portret sommige schilders vereeuwigden in de engelengestalten hunner fresco's en schilderijen, en verscheidene van hen zijn met naam en toenaam bekend.

Maar toen zij met hen een aangenaam gesprek had aangeknoopt en Torello een oogenblik was heengegaan, vroeg zij lieftallig, waar zij vandaan kwamen en heengingen. Zij antwoordden daarop als aan Torello.

Bovendien bemerkte ik, dat hoewel het hard regende, de kleeren van dat wezen niet nat werden, en toen ik dat vreemde verschijnsel had opgemerkt, begreep ik dadelijk, dat de vrouw niemand anders was dan de ééne of andere kwade geest. Het schepsel nam de gedaante aan van een lieftallig meisje, ten einde mij door haar tallooze bekoringen te betooveren, in de hoop, dat zij onze visch zou krijgen."

Zij was schoon van gestalte en gelaat, even voorkomend, lieftallig en welgemanierd als mooi, niet als een dochter van Giannucole en een herderin, maar van een edel heer, waarmee zij al haar kennissen verbaasde.

Lieftallig en blozende boog zij voor den grijsaard, wiens blikken lang op haar gevestigd bleven. En hoe langer hij dit jonkvrouwelijk gelaat beschouwde, des te vriendelijker uitdrukking nam het zijne aan. Beelden uit het verleden doemden voor zijne verbeelding op, en voor een oogenblik gevoelde hij zichzelven weder jong.

Zij was niet alleen schoon en lieftallig, maar onderscheidde zich ook door haar verstand en geest van de meeste harer Haagsche zusteren, en men mocht haar niet rekenen onder de »Jofferschap, die den tijd met »caerte en taerling" zoek bracht."

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek