Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 november 2025
Vaak ook bezoekt men te paard de plaatsen in den omtrek; men lette op de afwisseling van drie en vier heffingen: Jóe, jóe, jóe, Naar Hóorn óm een kóe, Naar Álkmaar óm een várkén. Zoo ríjden wíj naar Márkén, Naar Márken óm een wágén. Zoo ríjden wíj naar Schágén, Naar Schágen óm een sjées.
Men lette eens op de uitstekende karakterteekening, op de treffende toestanden, op de heerlijke tooneelen, waaronder die in de grot in de eerste plaats te tellen zijn, en men is verzoend met wat men gebreken zou willen noemen.
"Een beetje...." "Ja, ik dacht 't wel," zei ze ietwat teleurgesteld, maar met aldoor zacht stralenden blik, "'t was ook zoo iets onverwacht heerlijks, dat ik je hier in-eens vond!.... En dat je notitie van me nam, dat je me opzocht!.... Want o! ik heb zoo naar je verlangd, die acht maanden!.... En ik zag je natuurlijk haast nooit!.... En als ik je zag, lette je niet op me.... Je keek over me heen!.... O! ik moet je daar natuurlijk nog veel van vertellen,.... nog heel veel,.... ik heb vreeselijk veel met je te bespreken!...."
Men lette hierop, Grotius' verder beweren hangt hiermede logisch samen. Want omdat het feit van 's menschen socialen aanleg ten grondslag ligt aan het recht, en dit zichtbare feit niet te loochenen valt, volgens de Groot, moet zelfs hij, die het bestaan van God ontkent, toch erkennen, dat er een natuurrecht is.
De verstandige landbouwer lette derhalve naauwkeurig op, of enkele zijner koeijen ook minder melk geven dan zij gewoon zijn te doen; hij sla de ontvangen waarschuwing niet in den wind, maar onderzoeke verder en ruste niet voordat hij de oorzaak van het verschijnsel hebbe opgespoord, zoo mogelijk, weggenomen.
Magloire drukte op deze laatste woorden; maar de bisschop kwam uit zijn kamer, waar het tamelijk koud was geweest, nam plaats aan den haard, warmde zich en dacht aan andere zaken. Hij lette dus niet op 't geen Magloire gezegd had. Zij herhaalde het.
Soms verweet hij zich, dat hij zich zoo weinig bemoeide met zijn bedienden; dan wilde hij die menschen beter leeren kennen, en dan lette hij meer op hen en ontdekte nieuwe kwaliteiten in hun werk en zei dat ook en prees en moedigde aan.
Nog vier of vijf malen ging hij de bank voorbij, waarop het meisje zat, doch zonder zijn oogen naar haar te richten. De volgende dagen wandelde hij als gewoonlijk naar het Luxemburg, waar hij "vader en dochter" als gewoonlijk vond; doch hij lette niet op hen. Hij dacht evenmin aan dit meisje nu zij schoon was, als hij er aan gedacht had, toen zij nog leelijk was.
"Die ligt ginds." "Wat zegt ie?" hijgde Bensington, die kwam aanloopen zonder dat iemand op hem lette. "Ligt Flack ginds?" "Hij viel." "Ze kwamen er een voor een uit." "Wat?" "Deden een uitval. Ik loste m'n beide loopen." "En heb je Flack daar alleen achtergelaten?" "Zij zaten ons op 't lijf." "Vooruit," zei Cossar. "Jij gaat met ons mee. Waar is Flack? Breng ons er heen."
"Zeer treurig!" herhaalde zij; maar hare oogen schitterden zoo, en om haar mond speelde een gelukkig lachje; dat was geheel in tegenspraak met hare woorden. Vroeger zou zij in luide weeklachten zijn uitgebarsten, maar vandaag zij lette ternauwernood op hetgeen haar werd medegedeeld. "Een oogenblik slechts ik zal boven mijn goed afdoen; ik kom dadelijk terug," en weg was zij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek