United States or Benin ? Vote for the TOP Country of the Week !


Lena's gemoed is vol, en zij valt den grijsaard snikkend om den hals. En aan een plotselinge ingeving gevolg gevend, neemt zij Charles bij de hand, en samen knielen zij voor den grijsaard neer. »Zegen ons," smeekt ze, »zegen ons!" Daar breidt de grijsaard zijn handen priesterlijk over hen uit en roept den zegen van den Eeuwige en den Barmhartige over hunne hoofden in.

Arme Lena, het dienstmeisje zou haar 's middags van school komen halen en samen zouden ze een flesch eau-de-cologne koopen voor Lena's Moeder, die den volgenden dag haar verjaardag zou vieren. Het kind had maanden lang gespaard, om hare moeder bij die gelegenheid te kunnen verrassen. Ons hoofd vroeg dadelijk, of er nog andere kinderen waren, die geld in den mantelzak hadden.

Intusschen kwam de kindermeid met den kleinen Albert binnen, en de moeder, nam het ventje over. »Hoe hij toch groeit!" riep Marling uit, en de hand op Lena's schouder leggend, zeide hij mild en vriendelijk: »Kom vrouwtje, wij zullen niet meer praten over de politiek; wij hebben wel iets beters te doen." »Maar manlief is er mee begonnen," meende Lena op half schertsenden toon.

Het was dezelfde officier, dien wij op het slagveld van Krugersdorp hebben ontmoet in gesprek met Reinard Jansen: Arie, Lena's broeder. Er verliepen slechts weinige oogenblikken, toen hij, tusschen Marling en Lena in, die den kleinen Albert op haar arm droeg, op de hooge blauwzerken stoep verscheen.

Doch de stelligste plannen kunnen schipbreuk lijden, en reeds zes weken was de Engelschman de gast van Vredenoord. Lena's blauwe oogen hadden er schuld aan, en grootmoeder Kloppers, wier oogen oud begonnen te worden, keek op d

Charles had zich gereed gemaakt, om de groote avondvergadering der Engelsche vereeniging bij te wonen, en Lena's stille hoop, dat hij thuis zou blijven, was ijdel gebleken. Over de staatkundige beroering van deze dagen was sinds gisternamiddag niet meer gesproken, en toch beheerschte die beweging hun gansche denken.

Tyras heeft zich weer neergevleid bij den stam van een kastanjeboom, en snapt met open bek naar de vliegen, die hem plaagziek om de ooren gonzen. Maar Lena's goudvos, dien zij bij den teugel houdt, slaat met de slanke pooten ongeduldig in het mulle zand. »En waar heb je dien mageren knol toch opgevischt?" vraagt Lena, terwijl ze op Marling's langbeenigen rossinant wijst.

Doch Lena's oogen verhelderden zich, want zij gedacht den dag, nog zoo kort geleden, toen de Vierkleur in deze zèlfde straat was gehoond, en de Afrikaansche mannen, die zij had opgeroepen in haren toorn, om dien hoon te wreken zij waren gekomen! Maar dit is verleden week geschied, en het gaat thans tegen den avond.

Wel was het hard, om haar kind, dat zij pas had terug ontvangen, weer af te staan, blootgesteld aan de slagen van den verderfengel, die oorlog wordt genoemd, maar zij deed voor Jan Kloppers niet onder in plichtsgevoel en vaderlandsliefde, en al was haar toestand zoo geheel anders dan die van Lena Marling, Lena's woord kwam ook over haar lippen: »De Heere zal het voorzien!"

»Dan zullen wij 't maar den »Vijftigponder" noemen," zegt Lena in een opwelling van onschuldige plagerij. Beiden bestijgen hun paarden; luid blaffend stuift de hond vooruit en de magere Vijftigponder maakt met zijn oude, stijve pooten een armzalige figuur naast Lena's jongen, trappelenden goudvos. »Wat is dat daar?" vraagt Marling, naar een soort molen wijzend aan hun linkerhand.