Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Verder de Roos, de Lelie, de Koornbloem, de Appel en de Oranjeappel, de Druivetros, de drie Rapen, het Klaverblad, enz. Andere lieden weer kregen eenen bynaam, die later een vaste geslachtsnaam werd, omdat zy sommige voorwerpen uit het plantenrijk afkomstig, verkochten.
"Heeft de blanke lelie, heeft de frissche lenteroos vreemde praal te ontleenen om bewonderd te worden en elkeen te bekoren?" "Vleitaal spreekt gij. Ik wil schoon zijn", herhaalde de jonkvrouw. "Schoon en prachtig opdat mijn bruidegom trotsch weze over mij! Niets is mij kostbaar genoeg." "Het zij zoo: vrouwenwil, Gods wil!" zeide Segher Wulf, de schouders ophalende.
Toen kwamen een paar ruwe kerels nader en schreeuwden dreigend: Weg met de boschvrouw! en wierpen hun mutsen tegen den grond. Elze richtte zich hoog op. Gaat opzij mannen! riep ze gebiedend, staande als een witte lelie boven de opgewonden menigte. Ik ben niet alleen prinses Elze, maar ook een vrouw! Wie van u zal zoo laf zijn een vrouw kwaad te doen, die u nooit iets misdeed?
Marie boog zich, vatte een lelie bij haar taaien, lijmerigen stengel en trok, en trok tot zij de bloem met een zeer langen steel uit het kroos ophief. Daar, daar zijn er veel! riep Jan, verderop wijzende.
Verscheidenen droegen de zilveren lelie aan een witzijden gewaterd lint, dat in 1817 nog niet geheel uit de knoopsgaten verdwenen was. Hier en ginds danste temidden der juichende menigte een kring meisjes en zong daarbij een toen geliefd Bourbonsch lied, bestemd om de "honderd dagen" te beschimpen, en dat tot refrein had: Geef ons onzen Vader van Gent, Geef ons onzen Vader weer .
Toen de grijsaard in den vroegen morgen Nitetis op de hangende tuinen had willen bezoeken, was hij door de wachters onbepaald afgewezen; thans scheen het bloeien der blauwe lelie hem eene gelegenheid aan de hand te doen om zijn geliefde beschermelinge, wier gedrag bij gelegenheid van den feestmaaltijd hij zich niet verklaren kon, en wier strenge bewaking hem zeer bezorgd maakte, te zien en te spreken.
Den tweeden Februari kwamen de koning en de koningin weer in de kathedraal met nog grooter luister. Isabella straalde in verheven schoonheid; men had alleen oogen voor haar, want alles verbleekte naast de lelie van het koningschap.
Hij was van wit linnen, bezaaid met Fransche lelies; in het midden, gezeten op een regenboog, God de Vader, de Koning der Hemelen, de eene hand zegenend uitgestrekt en met de aardbol in de andere hand; aan weerszijden lag een engel geknield, het zijn de Heilige Michaël en de Heilige Gabriël, die God een lelie aanbieden. In het midden bovenaan stond haar devies: »Jhesu Maria.«
Het schilderen van een lelie was hem niet genoeg; hij polijstte haar, totdat het een voortbrengsel uit een goudsmidswinkel geworden scheen. Voor hem was de natuur niet iets, dat verbeterd, maar dat overtroffen moest worden, een diamantmijn, waaruit elke steen geduldig moest worden geslepen.
Dat heb ik vandaag ook gedaan; er lag een lange gele lelie dood op haar gemak op de canapé uitgestrekt; dat was een hofdame.» «Kunnen de bloemen uit den botanischen tuin daar ook komen? Kunnen die zoo ver loopen?» «Wel zeker,» antwoordde de student, «want als ze willen, dan kunnen ze vliegen. Heb je die mooie kapelletjes wel niet eens gezien, roode, gele en witte?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek