Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
Met den Newfoundlander heeft de St. Bernards- of Bernhardinerhond eenige overeenkomst. "De St. Bernhardshonden," zegt Tschudi, "zijn groote, langharige, uiterst sterke dieren met korten, breeden snuit en lang 'behang'; zij zijn buitengewoon scherpzinnig en trouw. Door vier geslachten hebben zij zich zuiver voortgeplant; zij zijn thans niet meer zuiver aanwezig, omdat zij bij hunne trouwe diensten door lawinen om het leven zijn gekomen. Een ras dat weinig van het oorspronkelijke verschilt, wordt nu gefokt, en een jong dier dikwijls zeer duur verkocht. Het vaderland van deze edele dieren is het klooster van den St. Bernard, dat 2472 M. boven den zeespiegel is gelegen, in den somberen bergpas, in welks onmiddellijke nabijheid de winter 8 of 9 maanden duurt. Daar vallen alleen in den zomer groote sneeuwvlokken, in den winter echter droge, kleine, broze ijskristallen, die zoo fijn zijn, dat de wind ze door alle naden van deuren en vensters kan stuwen. Vooral in de nabijheid van het klooster jaagt de wind dit ijspoeder tot losse sneeuwwanden van 30
Niörd, die gaarne zijn pasgetrouwde vrouw genoegen deed, willigde haar verzoek in haar naar Thrym-heim te brengen, en er met haar te wonen negen van elke twaalf nachten, mits zij de overige drie met hem zou doorbrengen te Nôatûn; maar toen hij den bergstreek naderde, scheen het gezicht van den wind in de pijnboomen, het gedonder van de lawinen, het gekraak van het ijs, het gedruisch der watervallen, en het gehuil der wolven hem even ondragelijk als het geluid van de zee het zijn vrouw had geschenen, en hij kon slechts blij zijn als zijn periode van ballingschap geëindigd was, en hij zich weer te Nôatûn bevond.
Van hier uit begonnen we over een niet al te steile helling rechtuit in de richting van den zuidwand van den Speke te stijgen. Ongeveer honderd meter verder naar boven stieten we op een sneeuwveld van resten van lawinen aan den voet van den rotswand, die van boven met een in seracs verbrokkelden en als over het dal zwevenden gletscher bedekt was.
De hertog begaf zich van Srinagar over Skardo naar Askole, waar hij den 14den Mei aankwam. Van daar ging het naar den voet van den Baltorogletscher en verder naar den voet van den Godwin Austen. De omstandigheden leken niet zeer gunstig voor een bestijging, want het gesteente was overal brokkelig, en er dreigde gevaar van lawinen.
Wel kan het firmament plotseling worden verduisterd door zware wolken, doch het zijn geen wolken, die verkwikkenden regen geven; het zijn hoog oprijzende, door den Samum-storm opgewervelde en voortgestooten gele lawinen, stuivende zandbergen, die met de snelheid van den wind over de Sahara wentelen. »Een check van zeshonderd pond op New-York!"
Overal spleten en reuzengaten, enorme ijsblokken, en in dien reuzenchaos telkens de donder van lawinen. De bergen schudden hun ijspantser af, om zich in voorjaarskleed te steken. Onze in het kamp achtergebleven kameraden hebben te onzer eere een uitstekende pemmikanragoût klaargemaakt. Het was dien avond werkelijk feest, al was het menu juist niet anders dan gewoonlijk.
Verzengend staat de zon boven het diepe dal, en ook in de hoogte, op de zware sneeuwmassa's brandt zij, zoodat deze met de jaren tot glinsterende ijsblokken samensmelten en zich tot rollende lawinen, tot opeengestapelde gletschers vormen.
De ruischende, vlijtige beekjes, die door de kloven zich naar de Rhône een weg banen, praten van stille dalen, liggend onder den donder der lawinen. De rijke natuur is vol tegenstellingen. Den eenen dag gebruikt men een maaltijd onder vijgenboomen, en den volgenden wandelt men door sneeuwvelden, zooals er alleen nog aan de noordpool zijn. En het volksleven is ook vol afwisseling.
Eindelijk ziet men aan beide zijden van het dal alleen nog dunne lariksbosschen met banen van lawinen er doorheen; bosschen van oude mannen met lange, grijze mosbaarden.
Verscheidene oorzaken brengen te weeg, dat de Steenbokken zich slechts langzaam vermenigvuldigen, zelfs daar, waar zij met zorg behandeld worden. Behalve van den mensch hebben zij slechts weinig te lijden van vijanden, die voor hen gevaarlijk kunnen worden. Groote Roofvogels, n.l. de Steenarend en misschien ook de Lammergier, staan het jonge dier naar 't leven, maar behalen, dank zij de waakzaamheid van de moeder, slechts bij uitzondering den begeerden buit. Oudere Steenbokken loopen misschien nu en dan gevaar van de roofzucht van Lossen, Wolven en Beren. Verderfelijker dan alle genoemde oorzaken bijeengenomen is de onherbergzaamheid van de verblijfplaats van dit dier gedurende den winter en de lente. Naar Wilczeck in Val Savaranche vernam, verliezen betrekkelijk vele Steenbokken ieder jaar hun leven door lawinen; vooral krachtige mannetjes vinden op deze wijze den dood, waarschijnlijk, omdat deze zich minder gemakkelijk door het gevaar laten afschrikken, dan hunne jongere en meer vreesachtige soortgenooten. De ergste vijand ook van den Steenbok is en blijft echter de mensch, vooral de wildstrooper. Waarschijnlijk is er geen onderneming zoo bezwaarlijk en gevaarvol als de Steenbokkenjacht, zooals hij deze uitoefent. Al wat van de gevaren van de Gemzenjacht gezegd kan worden, geldt ook en in nog hoogere mate, naar Schinz duidelijk doet uitkomen van de Steenbokkenjacht. Wegens de zeldzaamheid van dit wild moet de jager zich er op voorbereiden, dat hij 8
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek