Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 september 2025


Wie van de prins-bisschoppen van Luik, die eeuwenlang, in hun bekoorlijk buitenverblijf te Seraing al de liefelijkheden van het kalme landleven, muziek en weelde en stille droomerij, genoten; wie hunner had ooit kunnen vermoeden dat de lachende villa, met haar lommerrijke tuinen, haar zorgvuldig geschoren hagen, haar geheimzinnige bosschages, haar grotten en waterwerken, op zekeren dag zou omgeschapen worden in deze duistere, vlammende spelonk, wemelende van eene gansche bevolking van gnomen en kobolden, die zoowel in het volle zonlicht als in de duisternis onophoudelijk het goud te voorschijn halen uit het gloeiende metaal?

Wel koesteren de schrijvers der familie Botros niet zulke eerzuchtige wenschen; mogelijk, dat de macht der gewoonte, het rustige landleven, misschien eenige gehechtheid aan de familie, die hen onderhoudt en hen allen goed en vriendelijk behandelt, hen bewegen op hun post te blijven; maar in den grond van hun hart hopen zij altoos, dat zich op een goeden dag een gelegenheid zal opdoen, en indien dit gebeurt zullen zij die niet laten voorbijgaan, al moesten zij zoodoende ook dezelfde hand ten bloede toe verwonden, die zij dikwijls onderdanig hebben gekust, want dankbaarheid duurt hier slechts tot dat het belang van den beweldadigde het medebrengt, zijn weldoener den rug toe te keeren.

Aan hoop en herinnering en fantasie ontleende hij hare vormen; aan de verbeeldingen der grieksche en romeinsche gemeenschappen sedert zijn jongensjaren spokend door zijn hoofd; aan de diepgeprente indrukken zijner kindsheid; aan de zachtgetinte jeugdherinneringen van het patriarchale landleven onder de "Naturalwirthschaft," dat in de achterlijke berglanden van Zwitserland en Savoye hier en daar nog voortbestond; aan de beschrijvingen van reizigers, die in verre landstreken getroffen waren geworden door de zuivere zeden, de moreele kracht en zelfbeheersching, de waardigheid, makkertrouw en gastvrijheid van barbaarsche stammen.

En Eline werd door haar geluk en door de weelde van dit zonnige landleven zoo geheel zichzelve, dat zij zich verwonderde, hoe zij nog dezelfde was van vóór eenige maanden geleden. Zij gevoelde zich eene geheel andere; het was haar of heure ziel zich uit glanzende draperieën had losgewonden en eenvoudig, met de naakte blankheid van een beeld, vóor haar stond.

Eerst in 1854, toen zijn tweede werk: Jongensjaren verscheen, gaf Zjeljinski in de Atjetschestwjennija Zapiski eene nauwkeurige beoordeeling van de beide werken. Hier volgt het korte maar waardeerende artikel: "Kinderjaren, als eene aaneenschakeling van vrije dichterlijke voorstellingen, gaf den schrijver gelegenheid het heele landleven van zijn dichterlijk standpunt te beschouwen.

't Is een echt mooie brief, die Lucy's hoofd en hart tot eer strekt." De dames Dashwood waren nu reeds ruim twee maanden in de stad geweest, en met iederen dag groeide Marianne's verlangen aan, om te vertrekken. Zij snakte naar de buitenlucht, de vrijheid, de rust van het landleven, en verbeeldde zich, als zij ergens tot kalmte kon komen, dat het in Barton moest zijn.

Doch drie maanden waren verloopen en nog was hij er niet onverschillig onder geworden; de herinnering deed hem nog even pijnlijk aan als in de eerste dagen, ofschoon tijd en arbeid het hunne gedaan hadden. Op die groote herinnering hoopte zich al meer en meer kleine en toch zoo belangrijke gebeurtenissen uit het landleven en bedekten haar langzamerhand.

"Mij dunkt, dat het daar 's winters erg vervelend zijn moet." "Niet wanneer men er zijn werkkring heeft, en met zich zelf alleen te zijn is ook niet vervelend," antwoordde Lewin stroef. "Ik dweep met het landleven," hernam Wronsky en deed alsof hij den stroeven toon niet opgemerkt had.

Toerghenjeff te ontmoeten vind ik aangenaam, maar u weer te zien verheugt mij tienmaal meer. Hoe lang is 't niet geleden dat wij elkaar gesproken hebben, en wat is er in dien tijd al niet gebeurd! Het doet mij toch zoo veel genoegen, dat gij u aan 't landleven hebt gewijd, en ik ben er trotsch op, dat ik daar ook een weinig toe heb meegewerkt. Maar ben ik eigenlijk de persoon om u raad te geven?

En zoo moest en mocht Goethe hier menschen geven zooals hij ze graag had: menschen op de grens van stads- en landleven, instinctief maar maar toch voor redeneering vatbaar; praatgraag en toch besloten genoeg om eigenzinnig te zijn; vertrouwelijk en toch op hun hoede; gesteld op hun bezit maar toch mild; vurig bij geval, maar doorgaans gematigd; natuurlijke menschen, eventjes door den stroom des tijds geraakt, maar zoo verknocht aan het ras, dat op het vruchtdragen van een boom of de veredeling van een gewas jarenlang moet wachten, om tegen allerlei nieuwigheden rotsvast te staan.

Woord Van De Dag

misloop

Anderen Op Zoek