United States or Mexico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wat betreft de heerschappij der Prinsen, Hertogen en Koningen over Friesland, van den jare 313 voor Christus geboorte tot 773 of 775 jaren na dezelve, waarvan de korte beschrijving in de eerste drie hoofdstukken dezer kronijk begrepen is, daarin komt zeer veel onwaarschijnlijks en fabelachtigs voor, zoodat wij niet gaarne op het gezag van deze en andere Geschied- en Kronijkschrijvers alles voor goede munt zouden aanprijzen: alles evenwel te verwerpen, gelijk ook door Friesche Schrijvers-zelve geschied, is evenmin raadzaam.

Aldaar staat ook aangeteekend, hoe Schotanus in zijne Friesche Historie, vele bladzijden uit den Chronicon Frisiae van Worp, woordelijk vertaald, heeft overgenomen, en voor zijn eigen arbeid laten doorgaan. Een beter lot heeft in het belang der wetenschappen getroffen, het geschrift van Petrus van Thabor, in onze kronijk niet vermeld.

Zijn gevoelen stemt niet dat van Emmius overeen: »Hoezeer dan ook, zegt hij, Andreas Cornelis een handschrift moge voor zich gehad hebben, waaruit hij de drie eerste boeken getrokken heeft, is het onbewezen dat dit H. S. eene kronijk van O. van Scharl uit de tiende, en van J. Vlijtarp uit de veertiende eeuw inhield.

Ook met betrekking tot den eigenlijken aanleg en oorsprong der noodlottige verdeeldheden tusschen de Vetkoopers en Schieringers bleef mijn onderzoek zonder gewenscht gevolg, daar ik hiervan een kort verslag had willen geven, hoewel het niet dadelijk of noodwendig tot de Bijvoegsels dezer Kronijk behoort: het zoude echter tot inlichting goed te stade gekomen zijn.

Hij bleef alstoen drie kwartiers onder water, waar hij at, de schalmei bespeelde, ja zelfs op een papier schreef en andere verrigtingen ten uitvoer bragt, zoo als zulks door hem, op eene hoogst eenvoudige wijze, met vermelding van vele kleine omstandigheden, in zijn kleine Kronijk aldus is te boek gesteld :

Het eerste boek handelt over den oorsprong der Friezen en hun Land, en eindigt met de heerschappij van Karel den Grooten. Het tweede loopt tot het bestuur der Graven van Holland, en het derde eindigt met den tijd zijns levens. Baron v. Schwartzenberg heeft vijf afschriften van die kronijk met elkander vergeleken, getuigt zeer gunstig van dezelve, en had het plan tot de uitgave gevormd.

Toen Leeghwater zijn Meerboek schreef, was hij zes en zestig jaren oud: hoe lang hij hierna nog leefde is mij niet gebleken; maar in 1649 was hij nog in leven, blijkens de laatste bladzijde van zijne kleine Kronijk. Hij was echter reeds in den jare 1654 overleden, want op den titel der uitgave van dat jaar staat: in zijn leven Ingenieur en Molenmaker in de Rijp .

Bij hunnen inval in Friesland moesten zij het echter ontgelden, want aldaar leden zij de groote nederlaag, in onze Kronijk bedoeld. Intusschen kwam het, wat ons Friesland betrof, met Lodewijk tot een vergelijk. Daarna hadden zij, bij een inval in de Maas, de steden Maastricht, Luik, Tongeren, Keulen, Bonn, Trier, Mentz en andere plaatsen verwoest en de inwoners deerlijk mishandeld.

't Ging nog al, merkte Koelloeka goelijk aan, maar al heeft dan een Feizi in den aanvang zoo goed als ieder ander moeite gehad met het leeren der taal, hij heeft wél doen vergeten dat ze oorspronkelijk hem niet eigen was, door zijne vertaling van onze Kaçmirsche kronijk en voorzeker niet minder door zijne treflijke navolging van Nala en Damayanti.

Scharl's Kronijk op 't jaar 808, die echter 't voorval met Juw Hoppers niet heeft opgeteekend. Zie Wins. fol. 47 en 85; Schot. Fr. Hist. fol. 53. Bl. 56. In den jaare 809, als er te Romen. Op Kersdag van den jare 800 werd Karel de Groote in de hoofdkerk te Rome als Augustus en Caesar der Romeinen over het Westen uitgeroepen, gezalfd, gekroond en gehuldigd.