Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juli 2025


Zijn gezwollen lijf puilde onder het purper; zijn beenen stonden schraal. Hij was eenmaal welgemaakt en van mannelijke schoonheid geweest; hij scheen nu gesloopt, vervallen. Zijn lichaam was ziek en zijn ziel. Hij was in zich gek van angst, achterdocht, twijfel, berouw. Maar hij hield meestal zijn krankzinnigheid in zich geborgen, in het bijzijn van anderen.

Dit is de goede, de edele krankzinnigheid.... Sa, gij zegt niets? Zijt gij weder betooverd?" "Maar gij laat mij den tijd niet tot spreken," wedervoer de fourier lachende. "En toch, wat zou ik u kunnen zeggen?" "Geef mij nieuws van Gheel: mij dunkt, het is al eene eeuw geleden, dat ik uit die zottenwereld ben weggevlucht."

Want terwijl de minnaar staat te jammeren, komt »Het Verstand" hem eens de les lezen. Liefde komt slechts uit een »passion desordonnée" voort en is een soort krankzinnigheid die de man uit natuurdrift overvalt, terwille van de voortplanting.

Zoudt gij mij dan nog met mijne nicht willen doen trouwen?" "Ho, hoe zou ik het betreuren! sterven van schaamte en van smart!" zuchtte mijnheer Reimond met eene soort van afgrijzen. "Wat! mijn gansche leven zou eene krankzinnigheid geweest zijn? Die hooge wetenschap eene ijlhoofdigheid? De geesten schimmen, door mijne zieke hersens geschapen?

Maar dit soort van waanzin, wanneer het, zooals veelal het geval is, een neiging bezit om te amuseeren, verschaft een meer dan gewoon genot zoowel aan hen, die er mee behept zijn, als aan anderen, die dit opgemerkt hebben zonder evenwel juist aan dezelfde krankzinnigheid te lijden. Want dit soort van krankzinnigheid heeft een veel grooter uitbreiding dan het gros der menschen wel inziet.

Gepaard aan de vreeselijke gedachten, die er iemand aangrepen, voelde men zich tusschen la Salpêtrière, welks dom men zag, en Bicêtre, welks hek men schier aanraakte; dat is tusschen de krankzinnigheid der vrouw en de krankzinnigheid van den man.

Daarom kan ik niet langer bij je blijven. HELMER. Nora! Nora! NORA. Ik ga nu dadelijk weg. Kristine zal mij voor van nacht wel logeeren.... HELMER. Je bent niet wijs! Ik permiteer het niet! Ik verbied het je! NORA. Het helpt nu niet meer of je mij iets verbiedt. Ik zal meenemen wat van mij zelf is. Van jou wil ik niet hebben, noch nu noch later. HELMER. Maar dat is krankzinnigheid!

Eigenlyk is 't me dus niet onaangenaam dat hun litterarische ontwikkeling by 't fransch is blyven staan, en dat de kans op vertaling van m'n werken in dat onwysgeerig idioom, allergeringst is. Bovendien, al die jonge en oude jongeheeren zyn dood. Ja, dankbaar zouden ze wezen, tot krankzinnigheid toe!

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek