Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juli 2025
Toen Lamme zijne bekomst had, blies hij lijk een walvisch van genoegen; en hij keek rondom zich op de tafel om te zien of er niets meer te peuzelen viel. En zorgvuldig snoepte hij de brokken der krakelingen. Hij noch Uilenspiegel hadden het lieve gezichtje gezien, dat in het binnenhof, glimlachend voor de ruiten kwam lonken.
Wat zouden die doorluchtige heeren gelieven te eten en te drinken? een pannekoek met vette, lekkere hesp? Soezels? wij hebben er dezen avond gereedgemaakt. Krakelingen, een kapoen, die zoo malsch is dat hij smelt in den mond? Geurige karbonaden met saus, bereid met de vier specerijen? Antwerpsche dobbelen knol, Brugsche dobbele kuite, Leuvenschen wijn bereid naar de wijs van Bourgondië?
De soldaten bleven staan, en de marketensters kwamen bij hen om hun brood, vleesch, wijn, bier en allerhande toespijzen te verkoopen. Aan de lustige wijvekens verkochten zij suikergebak, krakelingen, amandelen, taartjes. Als Uilenspiegel dat zag, kreeg hij nog grooteren honger. Vlug als een aap, klom Uilenspiegel op den boom en zette zich op den dikken tak, zeven voet boven den grond.
Er zijn tonen en samenkoppelingen van tonen, die zich aan mijn oog voordoen als spattende vonken, dikke en dunne strepen, kromme spelden, slangen en kurketrekkers; als bliksemschichten, liefdestrikken, krakelingen, varkensstaarten, waterstralen en ziegezagen, en ik zie de mogelijkheid om een geheel muziekstuk, voor mijn gevoel bevredigend, in figuren op te schrijven.
Jammerend sprak Soetkin toen: Man, wij hebben geen eten vandaag: de bakker heeft mij brood geweigerd. Brood? sprak Klaas, de tassche openend en goudstukken op de tafel gietend, brood? Daar is brood, boter, vleesch, wijn, bier! Daar zijn hespen, mergpijpen, reigerpastijen, ortolanen, ganzen, krakelingen, daar is ambrozijn, lijk bij de groote heeren! daar is bier met tonnen en wijn met vaten!
Vanille krakelingen. 2 1/2 o. boter, 4 eijeren, 3 1/2 o. meel en een klein stukje vanille maakt men tot een deeg; men vormt er krakelingen van, die men met suiker bestrooit en op de met boter besmeerde plaat bakt.
Albertken droeg toch zijn naam! Het jongsken verborg zijn voorliefde niet; met grootvader Snepvangers kon hij praten, die onderwierp zich geduldig aan zijn spelletjes, had zijn zak steeds gevuld met krakelingen, die nam hem mee naar de estaminets en liet hem van zijn bier proeven wat thuis streng verboden was.
Eenige soldaten, die meenden dat zijn been waarlijk gebroken was, hadden spijt dat men een christenmensch zoo maar liet liggen, want ze vonden dat hij een lustige kwant was. Zij gaven hem vleesch en wijn voor twee dagen. De meidekens hadden hem geerne geholpen, doch wijl zij niet mochten, smeten zij hem de krakelingen toe, die zij nog hadden.
't Was twaalf uur, en de oude vrouw, die krakelingen en stroopkoeken aan de gymnasiasten verkocht, stond al bij de stoep. De jongens van de vierde klasse, met jassen aan, liepen op en neer op hun vaste plaats; die van de derde, nog met buisjes aan, stonden in groepjes te eten; terwijl de gelukkige kleintjes, die om twaalf uur vrij kwamen, de poort uit stoven met Zaterdagsche vaart.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek